Een Bijbelse kijk op Israël

vrijdag 4 juni 2010

De Sabbat: alléén voor Joden?

Een van de problemen waar men tegenaan loopt, als men zich als christen oriënteert op de Joodse wortels van zijn geloof, is het feit dat beide godsdiensten een verschillende wekelijkse rustdag hebben: het Jodendom de Sabbat, die vrijdagavond bij zonsondergang begint en weer zaterdagavond bij zonsondergang eindigt, en het christendom de zondag . Als wij dezelfde God aanbidden en beiden dezelfde Bijbel als Gods Woord beschouwen en de inhoud daarvan in ons leven toepassen, waarom houden wij niet dezelfde rustdag? Of is de Sabbat alléén voor de Joden?
Het is een historisch feit, dat de eerste christenen ruim 300 jaar lang de Sabbat vierden (óók niet-joden). En de profeet Jesaja zei reeds meer dan 2700 jaar geleden: “Welzalig die sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht geeft op de Sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt” (Jes. 56:2). Let wel: hij zegt niet “Welzalig de Israëliet”, maar hij zegt heel universeel en wereldomvattend: “Welzalig ieder mensenkind, dat de Sabbat houdt!” - In vers 6 gaat hij verder: “En de vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten om Hem te dienen, en om de naam van de Eeuwige lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de Sabbat onderhouden, zodat ze hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan Mijn verbond: hen zal Ik brengen naar Mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in Mijn bedehuis...” - Hier staat dus niet: de vreemdelingen die zich bij Israël aansloten, maar: de vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten, ...allen die de Sabbat onderhouden!
Jesaja profeteerde zelfs, dat op de nieuwe aarde de gelovigen uit alle volken (dus niet alleen de Joden) nog steeds de wekelijkse Sabbat zullen vieren: “Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord van de Eeuwige, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van Sabbat tot Sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor Mijn aangezicht neer te buigen, zegt de Eeuwige” (Jes. 66:22-23). Het Sabbatsgebod is dus in het verleden, in het heden, en ook in de toekomst niet alleen voor de Joden van toepassing, maar voor een ieder die de God van Israël wil dienen: “Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen Sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een Sabbat voor de Eeuwige in al uw woonplaatsen” (Lev. 23:3). Hier staat dus niet alleen, dat de Sabbat de dag om te rusten is, maar ook, dat de heilige samenkomst op Sabbat dient te worden gehouden! Als Gods Woord zo duidelijk is over de Sabbat, waar komt de zondag dan als wekelijkse rustdag en dag van de samenkomst voor de christenen vandaan?

Toen de gemeenschappen van de eerste gelovigen buiten Israël meer en meer uit heidenen gingen bestaan, ebde de betekenis van de Sabbat steeds verder weg. Ondanks hun geloof in de Messias, vierden zij weer de reeds in de vóórchristelijke tijd bij de heidenen bekende “Dies Solis” [zonnedag] ter ere van de zonnegod, al noemden ze hem nu "Dag des Heren". Later, in het zog van de versmelting tussen staat en kerk, verbood keizer Constantijn in 321 op advies van kerkvader Eusebius alle christenen het vieren van de Sabbat, om daardoor het Christendom geheel van zijn Joodse wortels los te maken. Door de Sabbat af te schaffen en de zondag te heiligen hoopte men dat daardoor méér heidenen tot de kerk zouden toetreden. Keizer Constantijn wilde hierdoor de rust in het Romeinse Rijk doen terugkeren. Een stap verder ging Paus Sylvester (314-335), die verklaarde dat “de Sabbat voor de Christenen een dag is van afschuw jegens de Joden. Men behoort die dag niet te houden, want het is een verwerpelijk gebruik”. Nog bonter maakte het Paus Innocentius I (402-417). Hij verordende dat er op de Sabbat geen godsdienstige samenkomst mag worden gehouden en dat de sacramenten niet mogen worden uitgereikt. We zien hieraan, dat de Sabbat dus in die tijd nog steeds door Christenen gehouden werd, anders hoefde dit niet verboden te worden. We zien ook, dat er geen heilige en oprechte motieven zoals de herdenking van de Opstanding des Heren tot de invoering van de zondag als kerkdag hebben geleid, maar een afschuw van de Joden, dus puur antisemitisme.

Bijbelse verordeningen zijn niet gegeven om door behouden te worden. “Door genade zijn jullie behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme” (Ef. 2:8-9). Onze redding is louter genade. Maar: “Wij zijn Zijn schepping, geschapen in de Messias Jezus om goede werken te doen, die God heeft voorbereid, zodat wij daarnaar zouden leven” (vers 10). Zo leert de apostel Paulus ons, dat geloof, genade en goede werken samen gaan.

Dat de Sabbat - om zeer verwerpelijke redenen - door de kerk is vervangen door de zondag, is niet onze schuld. Christenen die met een oprecht hart de zondag vieren, doen daar goed aan. Maar als we het bovenstaande weten, is er alle reden om ons af te vragen of wij ook niet de Sabbat zouden vieren, aangezien de Eeuwige zijn voorschriften nooit herroepen heeft!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten