Een Bijbelse kijk op Israël

dinsdag 28 december 2010

"Koning van de Joden" (2)

De God van Israël heeft Zich aan een aantal Perzische astronomen/astrologen, bekend onder de naam "Wijzen uit het Oosten" bekend willen maken. Een ster leidt hen naar de ware ‘Koning van de Joden’. En de ontmoeting met Hem heeft in het leven van deze mannen uit het Oosten heel wat teweeggebracht. In een droom worden ze door God gewaarschuwd om langs een andere weg naar huis terug te gaan, om niet ongewild handlangers van de valse koning Herodes te worden.
Niet langer beheersen de sterren hun leven – al had God dat ten goede gebruikt –, God kan hen nu direct aanspreken. En de ‘wijzen’ blijken echt wijs te zijn, want ze gehoorzamen. Omdat ze een Groot Licht hebben gezien, dat het licht van de sterren doet verbleken. Als nieuwe mensen zijn ze naar het Oosten teruggekeerd. Zij hebben de ‘Koning van de Joden’ gevonden en Hem eer bewezen. ‘Het heil is uit de Joden.’

Na de ‘Wijzen uit het Oosten’ zijn vele heidenen gevolgd, om de ‘Koning van de Joden’ eer te bewijzen.
Waarom? Wij zijn toch geen Joden? Wat hebben wij met de God van Israël? Waarom hebben wij het hier in het noorden van Europa niet gewoon bij Wodan en Donar en hun collega’s gehouden? We vieren tenslotte met Kerst in feite ook nog het Germaanse midwinterfeest!

God Zelf is het, die ons, heidenen, uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar Licht.
Het is een wonder, dat ook wij tot het volk van God mogen behoren! En er is alle reden om ons eens serieus afvragen of we niet nog met een hele reeks heidense gewoonten moeten breken.

zondag 26 december 2010

"Koning van de Joden" (1)

In Bethlehem staat de Geboortekerk, bij het Kribbeplein. Het is waarschijnlijk de oudste kerk ter wereld, gebouwd door Constantijn de Grote, de eerste christelijke Romeinse keizer, in het jaar 325. De Perzen hebben drie eeuwen later de meeste kerken in het Heilige Land verwoest, maar deze hebben ze gespaard. Waarom? Omdat ze in het mozaïek op de gevel een afbeelding zagen van mensen in Perzische klederdracht. Deze dwazen uit het Oosten die plunderend door het land trokken, herkenden ze hier plotseling iets van thuis! in de Wijzen uit het Oosten. Stel je voor, dat wij een paar Hollandse klompen zagen staan naast de kribbe… dat geeft een schok: hier is iets gebeurd dat wat met ons te maken heeft…

Ze zochten ‘de Koning der Joden’. Dertig jaar later zal dat als opschrift prijken boven het Kruis. Geschreven door een heiden… Dat is dan wat Hem ten laste wordt gelegd: dat Hij Zichzelf tot koning heeft gemaakt. Als het aan Herodes had gelegen, was het zover niet gekomen. Hij had het Licht der wereld nu reeds willen doven. Maar dat gebeurt niet, dat kan niet: ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen’ (Joh. 1:5).
De 'wijzen' zijn langs een andere weg naar het Oosten teruggekeerd. Terwijl Herodes tevergeefs wacht, hebben Jozef en Maria de tijd om met het Kind een veilig heenkomen te zoeken. Herodes verneemt niets meer van hen en dat maakt hem razend, want hij is niet anders gewend, dan dat iedereen hem slaafs gehoorzaamt. En in Bethlehem gebeuren verschrikkelijke dingen. Want Herodes houdt niet van half werk. Elke mogelijke rivaal moet uit de weg geruimd worden. Al begrijpt geen weldenkend mens hoe een baby een bedreiging zou kunnen vormen voor de troon van Herodes, die dan zelf al 70 jaar is. Maar Herodes denkt niet logisch na, die is bezeten en gaat tekeer als een wild beest.
Wat zal er in Bethlehem gehuild en geschreeuwd zijn! Het doet Mattheüs denken aan woorden uit Jeremia 31: ‘In Rama hoort men klagen, bitter treuren. Rachel beweent haar zonen, zij wil niet worden getroost. Haar kinderen zijn er niet meer.’
In Rama, vlakbij Bethlehem heeft Jakob zijn lievelingsvrouw begraven.
Toen in de tijd van Jeremia het volk gedeporteerd werd naar Babel, stonden degenen die in het verwoeste land achterbleven de ballingen na te staren en riepen: Die komen nooit meer terug! God heeft dat wel beloofd, maar Hij kan zo veel beloven!!!
De profeet dacht toen: Het lijkt wel of aartsmoeder Rachel uit haar graf is opgestaan en hier zelf treurt; ze weigert getroost te worden. Bethlehem weigert getroost te worden en Rachel staat als een spookverschijning op de heuveltop, net als het beeld van Zadkine in Rotterdam, met de handen omhoog en een gat in plaats van een hart. Rachels hart ligt aan scherven en ze schreeuwt het uit.

Het profetische woord wordt geciteerd. De geschiedenis herhaalt zich. Maar let op Mattheüs’ woorden: de Naam van God wordt er niet bij genoemd. Anders dan bij andere citaten uit de profeten, lezen we hier niet, dat ‘dit gebeurde, opdat de profetie vervuld werd.’ Het is geen vervulling in de gebruikelijke zin van het woord. Gods Naam mag aan deze gebeurtenis niet verbonden worden; Hij zit hier niet achter. Hier wordt slechts duidelijk, wat er gebeurt wanneer mensen de duisternis niet weerstaan. Dan herhaalt de geschiedenis zich en worden onschuldige kinderen opgeofferd ten behoeve van de machtswaan van wereldbeheersers. Dat was 2000 jaar geleden zo, dat was 65 jaar geleden zo en dat is vandaag nog net zo.
Het is te begrijpen als Joden nu nog zeggen: Wat willen jullie toch met je Verlosser als er sinds zijn komst niets veranderd is? De kindermoord in Bethlehem was nog maar het begin; kinderspel, vergeleken bij de Kruistochten en vergeleken bij Auschwitz.
De klacht van Rachel mag klinken. Het mag van God. Schreeuw het maar uit! Laat je maar gaan! God kan er tegen!

‘Rachel weigert zich te laten troosten.’ - is er dan wel troost?
Terwijl het gejammer en geklaag in het Durchgangslager Rama niet van de lucht is, mag de onheilsprofeet Jeremia namens God NU die ballingen en de achterblijvers toch hoop geven: Maar dit zegt de HEER: Huil niet langer, droog je tranen. Je kinderen zullen terugkeren uit het land van de ballingschap. Je hebt een hoopvolle toekomst!
Je kinderen keren naar hun eigen land terug. We weten dat het is gebeurd: ruim 70 jaar later kwam er een eind aan de Ballingschap.

Bethlehem weigert zich te laten troosten - is er dan wel troost?
Ja, toch wel. Bethlehem heeft als eerste plaats in de wereld het Kerstevangelie gehoord. De herders hebben het overal bekendgemaakt. Later kwamen de Wijzen uit het Oosten. Dat was de tweede Kerstpreek die Bethlehem te horen kreeg.
Er ìs Toekomst, juist omdat dat éne kleintje niet werd gepakt maar veilig aankwam in Egypte; om straks als volwassen man een nog veel vreselijker dood te sterven aan het kruis. Hij werd gespaard voor het zwaard van Herodes omdat het kruis van Pilatus hem wachtte. Om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel en zo allen te bevrijden van de dood. Om ballingen terug te brengen uit de slavernij van de zonde. Ook tot Rachels troost.
En eenmaal zal Hij alle tranen afwissen.

Geen romantisch kerstverhaal…
We staan nog helemaal aan het begin van het Evangelie, maar meteen wordt ons duidelijk gemaakt hoe het met de zaak van Jezus Christus staat.
Mattheüs 2 wil ons duidelijk maken, dat God de geschiedenis leidt. Hij is machtiger dan het kwaad. De machten van de duisternis gaan verschrikkelijk tekeer, maar ze kunnen niet ongestoord hun gang gaan. Ze zullen overwonnen worden, maar er is nog veel strijd. Herodes zaait dood en verderf en sterft korte tijd later zelf ook. De macht van de duisternis is niet blijvend, heeft niet het laatste woord, maar moet ten onder gaan.

zondag 19 december 2010

Grote Blijdschap voor heel het volk

"Midden in de winternacht ging de hemel open." Een datum staat er in het Evangelie niet bij. Maar ook al was het niet in de winter – en al gebeurde het al helemaal niet te midden van een sprookjesachtig sneeuwtafereel -, wat de Kerk eerdaags viert, is wel het grootste wonder uit de geschiedenis: God werd mens. Dat is volstrekt uniek t.o.v. andere religies!
En dit grootste moment uit de geschiedenis gebeurde zo onopvallend, dat het zo maar had gekund, dat niemand er iets van had gemerkt! Een van de meest opmerkelijke dingen aan het Kerstevangelie is de soberheid, waardoor het schril afsteekt bij de legendevorming of bij een romantische sfeer. Midden in de grote wereldgeschiedenis wordt in armoedige omstandigheden een kind geboren, zoals er in deze wereld dagelijks duizenden geboren worden. Op het eerste gezicht helemaal niets bijzonders.

Engelen, die horen er in het Kerstverhaal natuurlijk bij, maar wat zijn het?
Iedereen heeft er wel eens een kunstvoorstelling van gezien. Maar engelen zijn geen mollige kindertjes of beeldschone vrouwen. Geen engeltjes die zoete woordjes fluisteren. In de Bijbel zijn engelen machtige wezens die vrees inboezemen. Als zij aan mensen verschijnen, is het dan ook nodig dat ze beginnen met te zeggen: ‘Wees niet bang’.
Het woord ‘engel’ is een leenwoord uit het Grieks en betekent: ‘boodschapper’. Wat die nacht gebeurd is in Bethlehem, is zo belangrijk dat er een hemelse Boodschapper voor naar de aarde gezonden worden. Terwijl de machtigen der aarde maar hun gang gaan, maakt God Zelf de geboorte van dat Kind bekend; maar niet via satellietzenders; en niet aan de machtigen der aarde. De eerste hoorders van het Evangelie zijn mensen die onderaan de maatschappelijke ladder staan. De herders in de velden bij Bethlehem vormen ook het Davidische milieu waarbinnen de Messias, de Zoon van David, geboren wordt. Voor hen gaat de hemel open. Zij zijn het die het Evangelie, het Goede nieuws als eersten horen.
De Hemel gaat open, want er moet een hemels Bericht naar de aarde gezonden worden; vanuit de Eeuwigheid breekt het binnen in de tijd. Midden in de donkere nacht straalt plotseling een hemels Licht. Die herders waren vast niet bang uitgevallen; als het nodig was beschermden zij de kudde tegen rovers en roofdieren. Maar nu vreesden zij met grote vreze. Want Gods heerlijkheid zien kan voor een sterveling alleen maar betekenen dat hij doodgaat! Doodsbang zijn ze. De hemelse Boodschapper probeert de vrees van de herders weg te nemen door er Grote Blijdschap tegenover te stellen. Grote Blijdschap voor het hele volk: Met blijdschap geven wij u kennis. – Wie is er geboren? Met drie titels wordt Hij aangeduid: Redder, Messias, Heer. Dat is wel zo’n beetje het hele arsenaal aan eretitels dat in die tijd en cultuur beschikbaar was.

En dan gaat de Hemel wéér open: Plotseling is er bij de ene Boodschapper een groot hemels Leger; stel je eens voor… dat is pas echt angstaanjagend! Die engelen dragen geen witte koorjurken, maar uniformen. In hun handen hebben ze geen trompetten, maar zwaarden. En eigenlijk zingen ze geen lied, ze heffen een strijdkreet aan, ze scanderen een leus. Met donderende stemmen prijzen deze krachtige helden hun Leider: Eer aan God in de hoogste hemel!
Ze loven Gods grote naam, zeker, maar eigenlijk is dat niet hun eerste taak. Hun eerste taak is laten zien dat er een strijd gaande is. Het engelenleger proclameert hier dat God de Allerhoogste is. En dus moet er positie gekozen worden, want er kan er maar Eén de Redder der wereld zijn. Neutraliteit is geen mogelijkheid.
Gelukkig komt dit hemelse leger hier geen oorlog voeren; ze spreken van Vrede: Vrede op aarde voor alle mensen in wie Hij welbehagen heeft’. Wie zijn dat: ‘mensen in wie God welbehagen heeft’? In de eerste plaats zijn het de herders die het te horen krijgen; maar verder was de Grote Blijdschap van dit bericht bestemd voor ‘het hele volk’.
En waar is die Vrede dan? ‘Vrede op aarde’, dat is toch geen realiteit? Hoeveel oorlogen zijn er sindsdien op aarde niet gevoerd, vaak zelfs uit naam van het Christelijk geloof?!
In het Bijbelse denken betekent ‘vrede’, Shalom, niet de afwezigheid van oorlog, maar welzijn, het goed maken, harmonie met God en mensen, het volle heil van de Eindtijd. En dat is nog wel wat anders dan de Pax Romana, de met geweld afgedwongen orde van Keizer Augustus. God loopt voorop in het vredesproces. We kennen dat wel een beetje, zo'n vredesproces. Het vond plaats tussen Israël en de Palestijnen. En het is steeds weer een grote mislukking. De vrede is ver te zoeken.
Maar het vredesproces waar God mee bezig is, waarin Gods eer op het spel staat, dat is een vredesproces dat niet kán mislukken. Eenvoudig omdat de Messias die geboren werd onze Vrede is. Er is vrede gekomen. Vrede op aarde. Wij moeten alleen nog onze lege handen met die vrede willen laten vullen. Laten vullen met heelheid en volkomenheid te midden van de verscheurdheid en de onvolkomenheid die ons leven zo vaak typeren.
God stelt er zijn eer in dichtbij mensen te zijn. Dat is wat Hij wil. Er IS vrede, zeggen de soldaten uit de hemel, want de Messias is op aarde gekomen! Vrede met God; vergeving van zonden en Licht voor hen die zijn ‘gezeten in de schaduw van de dood’.

dinsdag 7 december 2010

Het leven, dat is één groot feest

Er zijn weken bij, dat we het druk hebben. We doen het onszelf aan, sinds we als gezin een klein jaar geleden besloten hebben de Bijbelse feesten te gaan vieren. Het allereerste daarvan is de Sabbat; elke week op vrijdagavond wordt die gewijd (Kiddush) en op zaterdagavond afgesloten met de havdala-ceremonie ('havdala' betekent scheiding). De liturgische setting is voor de kinderen het feest der herkenning.
Maar zoals gezegd: er zijn weken bij, dat we het druk hebben. Naast de wekelijkse Sabbat vierden we in september Rosj HaSjana (Nieuwjaar), Jom kippoer (Grote Verzoendag), Soekot (Loofhuttenfeest) en Simchat Tora (Vreugde der Wet). Deze week vierden we Chanoeka (Tempelvernieuwing) maar het is ook nog Rosj Chodesj (Nieuwe Maan). En bij elke feestdag hoort een feestelijke maaltijd, vaak met speciale gerechten. Het heeft heel wat voeten in de aarde, maar het is een enorme verrijking van ons geloof en ons leven. De trouw van de Eeuwige, aan zijn volk Israël en aan de gelovigen uit de volken die als wilde takken geënt zijn op de edele olijf, is het waard om gevierd te worden!