Een Bijbelse kijk op Israël

woensdag 14 juli 2010

Een dodelijk virus


(Vrij naar Jan van Barneveld, op de website van de stichting Never Be Silent)

Miljoenen slachtoffers
De laatste jaren waait er een kwaadaardig virus over bijna heel de wereld. Het is een oeroud virus, dat in de loop van de eeuwen al tientallen miljoenen slachtoffers heeft gemaakt. De ziekte wordt verspreid door de media en gaat van mond tot mond. De kwaal begint ‘tussen de oren’ en is dus een psychische afwijking. Velen, ook Christenen, zijn er onbewust al mee besmet.
Het gaat net als met HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt. Als het eenmaal losbreekt is het dodelijk. Het kwaad waar we het nu over willen hebben is het antisemitisme. Net als bij ‘gewone’ virussen komt het in allerlei nieuwe varianten en verschijningsvormen. Soms, zoals bij burgemeester Livingstone van Londen is het Israël-haat. Vaak komt het in de vorm van antizionisme naar boven. We zullen zien dat al die varianten uiteindelijk dodelijk zijn.
Eerst gaan we na hoeveel kwaad deze ziekte in het verleden heeft gedaan. Daarna een korte analyse van dit virus plus een prima geneesmiddel. Hoe het er op dit moment voorstaat krijgt ook onze aandacht. Het is van belang in te zien hoe de huidige stand van zaken voorzegd is in de Bijbel. In het Boek kunnen we ook iets vinden over de mogelijke afloop.

Een leerzaam stukje geschiedenis
De geschiedenis van het antisemitisme begint ongeveer 3.500 jaar geleden. Het volk Israël woonde toen in Egypte. De koning van Egypte begon een anti-Israël campagne en stookte zijn volk op tegen de Israëlieten. Ze werden eerst tot slaven gemaakt. Daarna begon men de pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien. De Israëlieten werden steeds zwaarder verdrukt en er vielen slachtoffers. Toen trad God, de God van Israël op. Er kwamen tien vreselijke plagen over Egypte en Israël werd bevrijd. Maar het machtige Egyptische rijk was in elkaar gestort en er vielen veel slachtoffers. Het antisemitisme is een kwaad dat zichzelf straft.
In 722 voor Christus vernietigde het Assyrische wereldrijk het noordelijk deel van Israël en die stammen werden weggevoerd in ballingschap. Al snel daarna werd dat wereldrijk onder de voet gelopen. Daarna, in 586 voor Christus, verwoestten de Babyloniërs Jeruzalem, maakten zeer veel slachtoffers onder de Joden. Kort daarna werd het Babylonische wereldrijk door de Meden en Perzen verpletterd. Dat God hier achter zat lezen we in de volgende tekst, die na 586 door de profeet Jeremia is opgeschreven: ‘Een opgejaagd schaap is Israël, dat leeuwen hebben opgedreven; eerst heeft de koning van Assyrië het verslonden en nu, ten slotte, heeft Nebukadnezar de koning van Babel, het de beenderen afgeknaagd. Daarom, zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israël: Zie Ik doe bezoeking aan de koning van Babel, zoals Ik bezoeking heb gedaan aan de koning van Assyrië’ (Jeremia 50:17,18).

In de Middeleeuwen braken er gruwelijke jodenvervolgingen uit in heel Europa. Antisemitisme, of beter gezegd jodenhaat, was in die tijd ‘normaal’. Een reactie kon niet uitblijven; er brak in 1348 een vreselijke pestepidemie uit waardoor 1/3 van de Europese bevolking omkwam.
We slaan nu veel eeuwen en veel anti-Joodse campagnes over en komen bij de Holocaust. De ramp die in de periode van de Tweede Wereldoorlog over het Joodse volk kwam. Er kwamen 6,5 miljoen Joden om. Over Europa kwam oorlog en ook Duitsland heeft zwaar geleden. Het antisemitisme heeft het Joodse volk onnoemelijk veel leed gebracht. Maar het is een historisch feit dat dit kwaad altijd zichzelf straft.

De kwaal en een geneesmiddel
Het antisemitisme is een merkwaardig, bijna onverklaarbaar kwaad waarvan het Joodse volk al zo’n 3.500 jaar het slachtoffer is geweest. Dit virus steekt in allerlei vormen telkens weer de kop op. De vorm van ouderwetse jodenhaat speelt nu in islamitisch-Arabische landen. Onder Christenen steekt het de kop op onder een theologische vermomming. Bijvoorbeeld de ontkenning van of het negeren van het feit dat Israël nog steeds Gods uitverkoren volk is. In de politiek wordt Israël voortdurend veroordeeld, bijvoorbeeld door de V.N., voor zaken waar ze niet aan schuldig zijn. De media verspreiden gretig allerlei leugenverhalen over Israël. Deze anti-Israël leugens glijden in de harten van de mensen. Het giftige zaad vindt daar een vruchtbare bodem en komt op als antisemitisme. Geleerden hebben geprobeerd antisemitisme te verklaren. Men stuit in hun publicaties op uitdrukkingen als: ‘Het raadsel van de westerse cultuurgeschiedenis’, ‘Een geestelijke afwijking’, ‘Instinctieve kwaadwilligheid’of ‘Irrationeel vooroordeel’. Iemand gaf jaren geleden de volgende definitie: ‘De antisemiet bevecht de bedoelingen van JHWH’. (JHWH is de Hebreeuwse naam voor de God van Israël).
Deze definitie komt aardig dichtbij. Want de Bijbel zegt over het Joodse volk: ‘Wie u aanraakt, raakt zijn (Gods) oogappel aan’ (Zacharia 2:8). Wie aan Israël komt, komt aan God en probeert, bewust of onbewust, Gods plannen met dat volk tegen te houden.

Er zijn heel wat oorzaken aan te wijzen:
- Israël en de Joden als zondebok. Mensen schuiven hun falen graag af op een ander. Altijd is die ander de schuldige. Dat zien we vandaag ook. Overal krijgen de Joden de schuld van. Allemaal onzin natuurlijk, maar het wekt wel het antisemitische kwaad op in de harten van de mensen.
- Jaloersheid. Israël is Gods uitverkoren volk en Joden worden vaak gezegend met veel begaafdheden. Er zijn bijvoorbeeld zeer veel Joden onder de winnaars van de Nobelprijs. Die feiten wekken jaloersheid op en dat kan tot antisemitisme leiden.
- Een duivels kwaad. Nog steeds is de aarde het strijdtoneel van de opstand van de Satan tegen God. God gebruikt Israël in die strijd. Want de Verlosser zal uit Sion (Israël) komen. Vandaar dat de duivel probeert Israël uit te roeien.
- Broederstrijd. Omstreeks het jaar 150 na Chr. is er een broederstrijd gaande. De grote vraag was en is: Wie is eigenlijk het echte volk van God? Israël of de kerk? Toen de Christenheid machtig werd, liep die theologische strijd uit op discriminatie van Joden en uiteindelijk op de bovengenoemde hel van de Middeleeuwen van het Joodse volk.
- Opstand. Ten diepste zijn alle vormen van antisemitisme en antizionisme opstand tegen God. Omdat alle mensen opstandelingen tegen God zijn, schiet het zaad van het antisemitisme zo gemakkelijk op.

Er is een geneesmiddel tegen dit kwaad. Ieder mens die zich onderwerpt aan de Joodse Messias Jezus en die gehoorzaam is aan het Woord van God uit de Bijbel wordt genezen van dit kwaad. Door het lezen, het innemen, van dat Woord van God slikt men dagelijks een probaat medicijn. Niet alleen tegen antisemitisme maar tegen bijna alle boosheid van deze wereld.

De nabije toekomst
Het is een zeer verontrustend feit dat het antisemitisme explosief toeneemt. De strijd van de Palestijnen gaat niet om een staat, maar om het einde van Israël. Europa, de V.N. en de V.S. steunen de Palestijnen is die strijd. Niemand ziet een echte oplossing voor het conflict in het Midden Oosten. De Arabische landen zullen niet rusten voordat ze Israël van de kaart hebben geveegd. Het moet wel op een volgende oorlog uitlopen. Die oorlog moet Israël weer winnen. Want de Arabieren kunnen tien oorlogen verliezen, maar de Israëli’s slechts één. Want dan is het afgelopen. De Bijbel spreekt over een oorlog van ‘alle volken’ tegen Jeruzalem (Zacharia 12 en 14). Op papier is die oorlog al lang aan de gang. De Bijbel (Ezechiël 38 en 39) vertelt verder over een machtig leger uit het Noorden (Rusland?) dat Israël zal binnenvallen. In Psalm 83 lezen we over plannen van Arabische landen om Israël binnen te vallen. In al die gevallen zal de God van Israël ingrijpen en loopt het met de antisemitische aanvallers slecht af. Uiteindelijk zal de Verlosser, de Messias Zelf ingrijpen en zal de Here Jezus zijn koninkrijk van recht en gerechtigheid op aarde brengen.

Bijbelse visie op Israël

1. Waarom staat Israël, dat piepkleine landje, toch aldoor in het middelpunt van de belangstelling?
Daar is maar één verklaring voor: doordat de plaats die Israël in Gods plan inneemt zo uniek is.
Het profetische Woord leert, dat de geschiedenis aan het einde van de tijd tot een hoogtepunt zal komen met het herstel en de verlossing van Israël.

2. Wat moeten we aan met de huidige situatie in Israël?
Achter het conflict in het Midden-Oosten staan twee geestelijke machten tegenover elkaar: aan de ene kant werkt de genade van God aan Israëls herstel, terwijl aan de andere kant de misleidende strategie van satan met alle middelen dit proces van herstel tegenwerkt.
Dat is de werkelijke, hoewel onzichtbare, reden voor de voortdurende strijd.
Betrouwbare christelijke bronnen in Israël benadrukken, dat het meeste wat je in de media over Israël hoort en ziet, sterk gekleurd is of zelfs klinkklare leugens zijn. (Dit betekent uiteraard niet, dat wij onvoorwaardelijk met het beleid van de huidige regering van Israël moeten instemmen.)

3. Het land is aan dit volk beloofd voor eeuwig.
Er zijn niet minder dan 47 Bijbelteksten waarin God het Land onder ede aan zijn volk belooft! Op drie van die plaatsen wordt er uitdrukkelijk bij gezegd, dat Israël het land voor eeuwig zal bezitten.

4. De Kerk past bescheidenheid.
Christenen uit de heidenen hebben hun hele geestelijke erfenis aan Israël te danken.
In Johannes 4:22 zegt Jezus: ‘Het heil is uit de Joden’. Deze uitspraak stelt alleen een objectief, historisch feit vast: zonder het Joodse volk geen aartsvaders, geen profeten, geen apostelen, geen Bijbel; en bovenal: geen Verlosser.

5. Als Gods beloften voor Israël niet meer zouden gelden, welke garantie hebben wij dan, dat andere beloften van God wel blijven gelden?
Is de Kerk soms trouwer en gehoorzamer dan Israël?
Israël is niet Gods uitverkoren volk omdat het zo’n bijzonder volk zou zijn; God heeft dit op zichzelf onbetekenende volkje uitgekozen, om zo zijn trouw te tonen. En wij zijn geen christenen omdat wij voor God gekozen hebben, maar omdat Hij voor ons koos! Onze behoudenis is niet gebaseerd op een beslissing van ons, maar op de beslissing die God al eerder genomen heeft.
En Gods uitverkiezing is onberouwelijk.

6. Profetieën die al zijn vervuld… En wat gaat er nog gebeuren?
Iedere belangrijke fase in de geschiedenis van Israël is door de profeten voorzegd: De slavernij in Egypte en de bevrijding daaruit; het bezit van het land Kanaän; de afgoderij en de ballingschap plus de terugkeer naar het Beloofde Land; de vernietiging van de tweede Tempel en de verstrooiing van het volk onder de heidense volken; vervolging en onderdrukking door de heidenen; en dat de Joden opnieuw vergaderd zullen worden vanuit de volken.
80% van alle voorspellingen zijn volledig vervuld in de geschiedenis! Nog drie profetieën blijven over:
- alle volken zullen optrekken naar Jeruzalem en het belegeren
- de bovennatuurlijke openbaring van de Messias aan zijn volk
- de wederkomst van de Messias in heerlijkheid en de vestiging van zijn Koninkrijk op aarde

7. Wat staat ons te doen?
a. Acht slaan op het profetische woord, de enige betrouwbare bron van informatie over Israël en het Midden-Oosten. Als we die bron geen helderheid laten brengen, blijven we in de duisternis en slachtoffer van allerlei verwarring en misleiding.
b. Erop vertrouwen, dat Gods verbond eeuwig en onherroepelijk is - De toekomst van zowel Israël als de Kerk is door God vóór de grondlegging der wereld vastgelegd op grond van zijn voorkennis; de verwezenlijking daarvan in de tijd wordt gegarandeerd door de onherroepelijke verbonden die God met allebei gesloten heeft.
c. Leven van genade - Bij al het goede dat God aan Israël en de Kerk heeft beloofd, zijn ze allebei volledig afhankelijk van Gods genade, die alleen maar door geloof hun deel kan worden.
d. Volharden in beproevingen - Er staan zowel de Kerk als Israël enorme beproevingen en verdrukkingen te wachten. Maar zij die trouw volharden, zullen het voorrecht hebben om in de eeuwigheid deel uit te maken van Gods Koninkrijk. Hij laat niet los het werk van zijn handen.
e. Bidden voor Israël - ‘Het heil is uit de Joden.’ Een passende manier om onze dankbaarheid daarvoor te tonen, is naast Israël (temidden van al haar verdrukkingen) te gaan staan en haar trouw te ondersteunen met voorbede. Daarbij moeten de Bijbelse profetieën als basis dienen.
f. Reikhalzend uitzien naar Gods Toekomst - Komt er ooit een eind aan het bloedvergieten? De spiraal van geweld richt iedereen te gronde, Joden en Palestijnen beiden. Onverzoenlijkheid regeert. De ene gruweldaad roept de andere op en er komt maar geen einde aan. De situatie lijkt onoplosbaar. Er is een uitzondering: waar Messiasbelijdende Joden en Arabische christenen elkaar gevonden hebben onder het Kruis, begint een lange weg van verzoening.

Het kan best zijn, dat er door politieke onderhandelingen tussentijds een tijdelijke en oppervlakkige vrede ontstaat, maar totdat de Messias regeert, zullen de volken in het Midden-Oosten nooit echte gerechtigheid of blijvende vrede kennen. En Hij zal Koning zijn voor eeuwig!

Aanvulling d.d. 21-02-2011:
Aan wie heeft God het land Kanaän beloofd? Ten tijde van Mozes werd aan het volk Israël het land Kanaän beloofd. De belofte van het Land dateert echter al van vóór Mozes. Deze belofte werd gedaan aan Abraham (Gen. 12:7, 13:14-17, 15:7-21, 17:7-8, 24:7), aan Izaäk (Gen. 26:2-4; 28:3-4, 13-15) en aan Jakob (Gen. 35:11-12).

De profetie wordt vervuld; laten we luisteren naar de waarschuwing van 2Pt. 1:19-21.
Ten eerste moeten we er acht op slaan hoe nauwkeurig de profetieën vervuld worden, die slaan op de terugkeer van de Joden naar hun land. In Jes. 43:5v doet God de volgende beloften aan Israël: 'Vrees niet, want Ik ben met u, Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen. Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde.'
De laatste twee geografische gebieden die genoemd worden, zijn het noorden en het zuiden. Voor een juiste interpretatie van de genoemde windstreken in de Bijbel moeten we ons in gedachten verplaatsen naar de locatie waar geprofeteerd wordt - en dat is het land Israël. Met het noorden wordt het westelijk deel van de vroegere Sovjet-Unie bedoeld; het zuiden is het oostelijk deel van Afrika. Sinds 1989 hebben we een dramatische vervulling van deze profetieën gezien. Eind 1991 waren bijna 400.000 Joden uit de voormalige Sovjet-Unie en 20.000 Joden uit Ethiopië naar Israël teruggekeerd. In beide landen was door het communisme een sterke politieke tegenstand tegen het laten gaan van de Joden. Toch viel die tegenstand plotseling weg en kwam voor de Joden de weg vrij om te vertrekken. De beslissende factor hierin was geen politieke, maar een geestelijke. Het was Gods uitspraak: ‘Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug.’ Toen de tijd voor de vervulling van dit profetische woord aanbrak, moest zelfs de sterkste en koppigste regering ervoor buigen. Het noorden had geen alternatief dan ‘hen te geven’; het zuiden kon niet langer ‘terughouden’.
In de woorden van Jeremia worden meer details gegeven over het herstel van Israël in de eindtijd: 'Want zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik in het lot van mijn volk Israël en Juda een keer zal brengen, zegt de Here, en hen terugbreng in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven heb, zodat zij het zullen bezitten.' (Jer. 30:3)
Er kan geen twijfel over bestaan welk land hier bedoeld wordt. God zegt dat Hij Israël terugbrengt naar ‘het land dat Ik aan hun vaderen gegeven heb’. Er is maar één land dat hiervoor in aanmerking komt - het land dat opnieuw met de naam Israël genoemd wordt. Verderop laat Jeremia zien welke drievoudige reactie de Heer verwacht van iedereen die dit woord over het herstel van Israël hoort: 'Want zo zegt de Here: Jubelt van vreugd over Jakob, juicht om het hoofd der volkeren, verkondigt, looft en zegt: de Here heeft zijn volk verlost, het overblijfsel van Israël.' (Jer. 31:7)

En als Gods beloften van weleer voor Israël niet meer zouden gelden, welke garantie hebben we dan, dat zijn beloften voor ons, voor de Kerk wel geldig blijven?
In Rom. 11:25-26 spreekt Paulus specifiek tot gelovigen uit de heidenen en ontsluiert hij een ‘geheimenis’, een goddelijke openbaring die tot dan toe verborgen was gehouden, maar die nu aan de gelovigen bekendgemaakt wordt. Deze tekst laat zien dat twee opeenvolgende fases van Gods plan het einde van de tijd inluiden.
Ten eerste moeten de woorden van Jezus uit Mt. 24:14 vervuld worden: ‘En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken en dan zal het einde gekomen zijn.’
Ten tweede zal God, wanneer het volledige aantal heidenen binnen de Kerk is bereikt, zijn aandacht volledig richten op het overblijfsel van Israël en zich in barmhartigheid en reddende genade aan hen openbaren. Het belangrijkste moment van de openbaring van de Heer aan Israël wordt profetisch voorzegd in Zach. 12:10. Op dat moment zal Israël voor de eerste keer als natie een bovennatuurlijke openbaring ontvangen over de identiteit van de Messias, die aan het Kruis doorstoken is. Twee hoofdstukken verder beschrijft Zacharia de daadwerkelijke terugkeer van de Messias (Zach. 14:4-5).