Een Bijbelse kijk op Israël

donderdag 14 oktober 2010

De bouwstop, het bos en de bomen

In hun berichtgeving over de Westelijke Jordaanoever ‘vergeten’ de media essentiële informatie te verstrekken. Dit leidt tot verkeerde conclusies in de internationale benadering van Israël.

Het verlopen van de unilaterale bouwstop van tien maanden op de Westoever heeft voor een nieuwe crisis rond Israël gezorgd. De Palestijnen zijn er opnieuw in geslaagd om internationale druk op Israël te genereren.
De internationale gemeenschap reageerde voorspelbaar en veroordeelde Israël voor het niet verlengen van de bouwstop. Het lijkt er echter sterk op dat men door de bomen het bos niet meer ziet.
Op een bijeenkomst in Amsterdam op 4 oktober kwam de bouwstop ook aan de orde. Voormalig EU-commissaris Bolkestein noemde daar de hervatting van de bouw door Israël „stupide politiek”, waarop de ook aanwezige Israëlische ambassadeur bijna uit zijn diplomatieke harnas stapte en Bolkesteins woordgebruik kapittelde. Wat velen ontging was dat Bolkestein, die pro-Israël is, zijn opvattingen baseerde op een gebrek aan informatie. Zo zei hij dat Israël de bouwstop had opgeheven en daarmee het vredesproces had gecompliceerd.
In het internationale tumult was dit niet de enige verkeerde aanname de laatste weken. Natuurlijk werd de bouwstop niet ”opgeheven” door Israël. Er was sprake van het aflopen van de periode van tien maanden, die vanaf het begin was bedoeld om de Palestijnen naar de onderhandelingstafel terug te krijgen. De Palestijnse president Mahmud Abbas verspilde echter negen maanden van die bouwstop. De VS dwongen hem uiteindelijk om hernieuwde onderhandelingen met Israël aan te gaan.
De media droegen traditioneel hun steentje bij aan het ontstaan van de verkeerde aannames. Zo berichtte CNN op 26 september dat „Israël de bulldozers de Westover op stuurde zodra de bouwstop afliep.” Israël stuurde echter geen bulldozers; wel was er sprake van hervatting van bouwprojecten die tien maanden geleden waren stilgelegd.
Er is echter geen sprake van grootschalige nieuwe projecten of landroof, zoals in meer extremistische kringen wordt beweerd. In hun obsessie met de bouw in de Joodse gemeenschappen op de Westoever ‘vergeten’ de media essentiële informatie te verstrekken over andere aspecten van dit vredesproces.
Een voorbeeld is de Palestijnse houding ten opzichte van de bouwstop. Die werkt bijna op de lachspieren. Tijdens de eerdere onderhandelingen over een definitief akkoord was de Palesteinse Autoriteit (PA) namelijk al akkoord gegaan met de inlijving van 80 procent van de Joodse gemeenschappen op de Westoever bij Israël.
Daarnaast zijn de Palestijnen zelf degenen die tot op de dag van vandaag de bouwprojecten in deze gemeenschappen uitvoeren. PA- hoofdonderhandelaar Saeb Arekat is zo multimiljonair geworden. Zijn fabrieken leveren het beton voor de bouw van huizen in de Joodse gemeenschappen en het veiligheidshek dat Israël bouwt.
De Palestijnse obstructie van het vredesproces is een ander gegeven waarover nauwelijks wordt gerapporteerd buiten Israël. Abbas blokkeerde negen maanden lang de Amerikaanse pogingen om het vredesproces vlot te trekken. In diezelfde periode ging de PA onverminderd door met de ophitsingcampagne tegen Israël. In maart dit jaar resulteerde dat bijna in de derde intifada, toen de PA beweerde dat Israël de moslimheiligdommen bedreigde.
Een ander voorbeeld is de wijze waarop Abbas zijn ‘mandaat’ kreeg voor het voeren van besprekingen met Israël. De PLO-constitutie schrijft voor dat bij dergelijke cruciale beslissingen twaalf van de achttien leden van het uitvoerend PLO-comité voor moeten stemmen. Tijdens de vergadering in Ramallah stemden echter slechts negen leden van dit comité voor deze beslissing. Legaal heeft Abbas dus geen mandaat voor het voeren van deze besprekingen. Een eventueel akkoord met Israël zal dan ook ongetwijfeld ongeldig worden verklaard door de PLO. Het ontbreken van dergelijke informatie in de berichtgeving over het zoveelste vredesproces leidt dus opnieuw tot verkeerde conclusies in de internationale benadering van Israël.
Los van deze verkeerde aannames rijst de vraag of Europese politici zich voldoende realiseren wat de grenzen zijn van de concessies die Israël zich kan permitteren. Tot nu toe heeft iedere Israëlische concessie geleid tot meer extremisme van de Arabieren of zelfs tot oorlog. Concessies worden namelijk in de Arabische wereld gezien als een teken van zwakte.
De Westoever is echter geen Zuid-Libanon of Gaza; het is strategisch een uitermate vitaal gebied voor Israël. Aan de Israëlische kant is er bovendien weinig meer weg te geven op de Westoever. De PA fungeert er feitelijk al als een staat en heeft de steun van de internationale gemeenschap.
De politiek van Israël lijkt er nu op gericht om iedere verdere Israëlische concessie –zoals het verlengen van de bouwstop– te koppelen aan Palestijnse concessies die cruciaal zijn voor opheffing van dit conflict. Een dergelijke politiek is dus niet stupide, maar getuigt van inzicht in de kern van het conflict en de wijze waarop het opgelost moet worden.

Geschreven door Yochanan Visser, onderzoeker voor Missing Peace in Jeruzalem. http://missingpeace.eu/nl/

zondag 3 oktober 2010

De bruiloft van het Lam

Als wij de Maaltijd van de Heer vieren, kijken wij niet alleen terug naar wat God gedaan heeft, we zien bovendien met groot verlangen uit naar Jezus’ wederkomst in heerlijkheid en naar de Bruiloft van het Lam.
Jezus is de Bruidegom, dat is duidelijk. Maar wie is de bruid?
Velen leren, dat de Kerk, de Gemeente, ‘de bruid van Christus’ is, maar dat is een terminologie die we in de Bijbel zo niet tegenkomen!
In de Evangeliën is Jezus het ‘Lam van God’ en de ‘Bruidegom’, maar in de Evangeliën is natuurlijk nog geen sprake van de Kerk. De Gemeente wordt door de apostelen regelmatig aangeduid als het ‘lichaam van Christus’, – door Hem gekocht en betaald! – maar niet als zijn bruid. En Jezus wordt in de Brieven telkens aangeduid als Heer en Heiland, en als het Hoofd van het lichaam, maar niet als Bruidegom. Zou het dan niet vreemd om zo maar te zeggen dat het ‘Lichaam van Christus’ gelijk is aan de ‘Bruid van Christus’?

Wie is de Bruid van het Lam? Gelukkig hoeven wij niet op onze eigen menselijke redeneren te vertrouwen om een goed antwoord te geven op deze vraag. De Schrift is er overduidelijk in, dat de "Bruid" is: Israël.
In het laatste Bijbelboek, de Openbaring, wordt gezegd, dat de Bruiloft van het Lam aanstaande is, en dat de Bruid zich gereedmaakt, in afwachting van de Bruidegom. Ze zijn al in ondertrouw. In de Grote Verdrukking zal het volk van God worden beproefd om te beslissen Wie ze wil gehoorzamen. En als de Bruidegom komt, zal de gelovige rest van zijn volk behouden worden.
Wij hoeven ons dus niet meer af te vragen wie die bruid is, want de Bruidegom Zelf heeft Zijn keuze reeds gemaakt: Hij heeft voor Zich Israël tot bruid gekozen (althans het gelovige deel van Israël)! Op de berg Sinaï vond de verloving plaats en werd door de Bruidegom de Tora als huwelijksakte opgemaakt en heel officieel aan de notaris overhandigd. Deze notaris was Mozes, want hij trad op als pleitbezorger voor zijn volk. In deze huwelijksakte heeft de Bruidegom Zijn voorwaarden op schrift gesteld, waaraan de bruid zou moeten voldoen binnen het huwelijk met Hem. Hij schreef precies wat Hij van haar verlangt en wat Hij haar verbiedt. Als Oosterse Bruidegom is Hij Degene die het voor het zeggen heeft en daarom noemt Hij die huwelijksvoorwaarden dan ook in de gebiedende wijs op: "Gij zult!" en "Gij zult niet!" en Israël, als gehoorzame Oosterse bruid, spreekt Hem niet tegen en doet wat haar geliefde Bruidegom behaagt! Zoals het een Oosterse Bruid betaamd heeft Israël de huwelijksakte onvoorwaardelijk en zonder tegenspraak aanvaard, want de Israëlieten hebben in de Sinaï-woestijn plechtig beloofd dat zij zich aan de inzettingen van de Tora zouden houden.
In de huwelijksakte geeft de Bruidegom tevens heel duidelijk een nauwkeurige omschrijving van de identiteit van de bruid: "de geboren Israëlieten én de vreemdelingen in uw midden". Het was dus al vanaf het begin de nadrukkelijke wens van de Bruidegom, dat gelovigen uit de volken die zich bij Hem aansluiten deel zouden uitmaken van Zijn bruid Israël!
Zolang de vreemdelingen in het midden van Israël Oosterse vreemdelingen waren, was er nog niets aan de hand, want de Egyptenaren en Midjanieten, die met de Israëlieten mee door de woestijn trokken, hadden zich volledig aangepast en als het ware de huwelijksakte mee ondertekend! De problemen kwamen pas, toen er later ook Westerse vreemdelingen deel gingen uitmaken van de Oosterse bruid Israël, zoals Grieken en Romeinen! Toen veranderde de situatie drastisch: de gelovigen uit de volken (de christenen) zagen opeens niet meer dat zij deel mogen uitmaken van de reeds gekozen bruid, maar zij zeiden: Wij zijn de bruid!!!
Opeens waren er dus twee bruiden: de gehoorzame Oosterse bruid Israël, die door de hemelse Bruidegom is gekozen, en de geëmancipeerde Westerse bruid “Kerk”, die zichzelf aanbiedt aan de Bruidegom! In het Oosterse denken is het onbehoorlijk als een vrouw zichzelf aanbiedt ten huwelijk, want het initiatief gaat altijd uit van de Bruidegom en niet andersom.
En wat denkt u op welke bruid de Bruidegom Zijn keuze laat vallen als Hij straks komt om haar op te halen voor de Bruiloft van het Lam:
a) de gehoorzame Oosterse bruid, die haar Echtgenoot wil behagen en uit liefde rekening houdt met Zijn wensen, want zij heeft de huwelijksakte reeds aanvaard en ondertekend of
b) de geëmancipeerde Westerse bruid, die zich door niemand de wet laat voorschrijven (en zeker niet door haar echtgenoot!), die eigen baas wil zijn en de huwelijksakte, de Tora, met de huwelijksvoorwaarden niet aanvaard, omdat ze haar namelijk beschouwd als achterhaald en niet van toepassing. Een huwelijk tussen een Oosterse man en een Westerse geëmancipeerde vrouw op deze basis vraagt natuurlijk om problemen en zal niet lang stand houden. De Bruidegom niet lang hoeft niet lang na te denken over zijn keuze. Sterker nog: Hij hoeft helemaal niet te kiezen, want Hij heeft Zijn keuze al lang gemaakt en Hij is nogal eenkennig.
Het wordt hoog tijd, dat de gelovigen uit de heidenen de huwelijksakte maar eens grondig gaan bestuderen, en zeker de passages omtrent de ware identiteit van de bruid. Het zou toch zonde zijn, als ze door dit misverstand de bruiloft zouden missen... want nogmaals: De Eeuwige heeft geen twéé bruiden (Israël én de Gemeente). Hij heeft ook geen harem! Als iedere kerkgenootschap van zichzelf beweert de bruid te zijn, hoeveel bruiden zijn het er dan niet? Hij is monogaam.
Hij zei tegen Israël: “Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig!!! Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Eeuwige kennen.” (Hosea 2).
Met blijdschap in ons hart en vol verwachting mogen we uitzien naar de spoedige komst van de Hemelse Bruidegom. Johannes wordt geïnspireerd om te schrijven: "Zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam." De Bruid behoort uiteraard niet tot de gasten die genodigd worden. Dat moeten de gelovigen uit de heidenen zijn die uitgenodigd zijn om deel te hebben aan de zegeningen van het Koninkrijk: een hemel op aarde!
“En hij zei tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.”

zaterdag 2 oktober 2010

Hij heeft de muur afgebroken

In Efeziërs 2 schrijft de apostel Paulus over de enorme verandering die de gelovigen hebben doorgemaakt. Van de komende Messias hadden zij als heidenen nooit gehoord, daarom was hun bestaan eerst zo intens triest. Wat een geestelijke armoede! Ze stonden bovendien buiten de gemeenschap van Israël, het volk van God. Met geen enkel ander volk heeft de Eeuwige zo’n speciale relatie willen aanknopen (Ps. 147:19-20).
Israël is de drager van de goddelijke openbaring. De heidenen is die vreemd.
Bij het Joodse volk bestaat sinds eeuwen het machtige vooruitzicht van het Messiaanse heil, …waarin volgens de profeten ook de heidenen zullen mogen delen; maar dat weten de heidenen niet uit zichzelf. Daarom leven ze zonder hoop in een uitzichtloze situatie, duisternis.
“Maar nu!” – die situatie is voorbij en alles is radicaal veranderd. “Vroeger waren jullie ver weg en nu zijn jullie dichtbij gekomen.” Er is sprake van een totale verandering aangezien er nu een relatie met de God van Israël is. Door de verbondenheid met Jezus de Messias zijn de gelovigen uit de volken nu ook dichtbij gekomen.
De apostel breekt uit in een lied: “Want Hij is onze vrede!” – ‘Shalom’ is in het Jodendom een typering van de messiaanse tijd. “Hij heeft de muur afgebroken”, de omheining die het volk van God omgaf, opdat zij met geen van de andere volken op de een of andere wijze gemeenschap zouden oefenen.
“Hij heeft de vijandschap in zijn vlees overwonnen”.
De spanning tussen Israël en de heidenwereld is door Jezus in principe opgeheven. Helaas had de door God gewilde omheining door menselijk toedoen vervreemding, ergernis, haat en vijandschap opgeroepen. Jezus heeft die vijandschap weggenomen door zijn overgave tot de dood aan het kruis. Als mens heeft Hij het vonnis vernietigd omdat Hij als enige volkomen leefde naar Gods wil (de Tora) tot zelfs de uiterste consequentie in zijn liefde tot de dood.
Alleen op die manier kon Hij God met de mens verzoenen. Daarom is er sindsdien geen complete afzondering meer van het uitverkoren volk. Er is rechtstreekse gemeenschap van Joden en heidenen mogelijk. Gelovigen ontvangen dankzij Jezus gerechtigheid en niet door te voldoen aan de eis van de wet.
“De wet der geboden in inzettingen bestaande” heeft Hij buiten werking gesteld. – Laat niemand denken dat de apostel hier beweert, dat de Tora van Mozes is afgeschaft. Met die misvatting is Jezus Zelf ook al geconfronteerd; vandaar dat Hij in het begin van zijn Bergrede zei: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Tora en de profeten te ontbinden; maar om die te vervullen”. De heilzame geboden van God blijven recht overeind staan; in het zendingsbevel horen we Jezus zeggen: “Leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.”
Als Paulus dus schrijft over “De wet der geboden in inzettingen bestaande”, wil hij duidelijk maken dat allen die in Christus zijn, niet meer onderworpen zijn aan de dwingende bevelen die erbij verzonnen zijn, menselijke inzettingen die het leven onnodig zwaar maken.
Het doel van de Verlosser is: Joden en heidenen, bevrijd van schuld en oordeel, tot één nieuwe mens te vormen; en die beiden verzoenen met God. Het plaatsvervangend lijden en sterven vormt de basis van het spreken over deze nieuwe gemeenschap. Jezus heeft Zichzelf als een offer tot verzoening gegeven toen Hij stierf aan het kruis op Golgotha. “Door Hem hebben wij beiden (als Joden en gelovigen uit de volken) toegang in één Geest tot de Vader”.
Nu zijn gelovigen uit de heidenen niet langer allochtonen (mensen zonder burgerrecht), maar medeburgers van de heiligen en leden van Gods gezin.