Een Bijbelse kijk op Israël

woensdag 7 november 2012

"Gaza is vrij."

Israël kan niet langer worden beschuldigd van bezetting van de Gazastrook, zegt een van de vijf hoogste leiders van Hamas.

De uitspraak kwam als een complete verrassing. Een paar weken geleden zei Mahmud Al Zahar, een van de oprichters van het Hamasregime: ‘De Gazastrook wordt niet meer bezet gehouden. Gaza is bevrijd van de Israëlische bezetting en bevindt zich niet meer in een belegerde toestand. Het contact tussen Gaza en de buitenwereld is veel gemakkelijker geworden. Er komen steeds meer toeristen naar Gaza, vooral vanwege de prachtige stranden.’
Mahmud Al Zahar zei dit tegen het Palestijnse persagentschap Ma'an.

Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft alle Israëlische ambassades over de uitspraken van Al Zahar ingelicht. Als Israël nu weer wordt beschuldigd van de zogenaamde bezetting van de Gazastrook, zullen die journalisten worden geconfronteerd met de uitspraken van Al Zahar. Ondanks deze uitspraken vaart er een nieuwe vloot richting Gaza met de bedoeling de ‘bezette’ Gazastrook te bevrijden, of in ieder geval aan levensmiddelen te helpen.
Ook Al Zahar vindt dat dit niet nodig is. Bovendien verklaarde de Hamasleider in het interview, dat de economische situatie in de Gazastrook is verbeterd. Hij benadrukte tegenover Maan dat dit hoofdzakelijk te danken was aan de rijke bodem die de Joodse pioniers na de ontruiming van de Gazastrook in de zomer van 2005 achterlieten. Al Zahar: ‘Economisch gezien zijn we bijna geheel onafhankelijk, de voorziening van olie en elektriciteit niet meegerekend.’ Hij benadrukte dat de economie van Gaza er veel beter voorstaat dan die van de autonome gebieden Judea en Samaria. ‘Wij betalen onze ambtenaren volledige salarissen, maar de Palestijnse Autoriteit in Ramallah betaalt slechts halve maandsalarissen.’
Slechts terloops sprak Mahmud Al Zahar positief over hun nauwe betrekkingen met Iran. Hij vervolgde: ‘Als de PA van Mahmud Abbas op de Westelijke Oever mislukt, dan zijn wij direct bereid de macht over te nemen.’

Bron: Israel Today

donderdag 18 oktober 2012

Verkeerd verbonden!

Met een nieuwe bundel, getiteld ‘Meervoudig verbonden. Nieuwe perspectieven op vragen rond kerk, Israël en Palestijnen’, wil de Protestantse Kerk de ‘soms vastgeroeste discussie’ over de relatie met Israël en de Palestijnen nieuw leven inblazen.
Ds. Arjan Plaisier, scriba van de P.K.N. stelt, geheel volgens de Kerkorde en de Bijbel, dat ‘vanwege Gods trouw en zijn “onberouwelijke” verkiezing er voor de kerk sprake is van een “onopgeefbare verbondenheid met Israël”.’ Tegelijk zegt hij echter, dat er in het Nieuwe Testament weinig tot geen grond is voor het geloof dat het koninkrijk van Israël weer opgericht gaat worden. ‘De hand wordt overspeeld wanneer met te grote stelligheid wordt betoogd dat deze “landbelofte” onverkort blijft gelden.’ Dan heeft hij kennelijk toch wel wat Bijbelteksten over het hoofd gezien!
Volgens het Oude Testament (Gen. 12:7, 13:15; 15:7, 17:8 en véle andere) behoort het Beloofde Land onlosmakelijk bij het uitverkoren volk. In het Nieuwe Testament hebben de apostelen en evangelisten dit niet nog eens nadrukkelijk herhaald; maar het ligt voor de hand dat dit een onuitgesproken vooronderstelling is. Wanneer Paulus voorrechten van het volk Israël opsomt, noemt hij na de verschillende verbonden, het geschenk van de Tora, de tempeldienst, ook - zonder nadere aanduiding - ‘de beloften’ (Rom. 9:4). Is het vreemd als we veronderstellen dat daaronder ook de landbelofte valt? De belofte van de Eeuwige betreft immers een 'eeuwig bezit' (Gen. 17: 8). Het niet herkennen door de meerderheid van het Joodse volk van Jezus als de beloofde Messias doet daar niets aan af, want Gods beloften waren immers onberouwelijk.
Bij nauwkeurige lezing van het Nieuwe Testament blijkt, dat de landbelofte niet uit het zicht is verdwenen, maar juist in het centrum van de verkondiging van Christus is blijven staan. Al bij de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria deelt de hemelse boodschapper mee, dat Hij zal zitten op de troon van zijn vader David en voor eeuwig koning zal zijn over Jakob! De wijzen uit het Oosten vinden in Hem de koning der Joden en zijn latere leerlingen weten ook dat Hij dat is: Nathanaël zegt bij zijn roeping: "U bent de Koning van Israël!" Als Jezus sterft, hangt boven zijn hoofd de beschuldiging Jezus de Nazarener, de koning der Joden. Vlak voor zijn Hemelvaart vragen de discipelen of Hij nu spoedig het koninkrijk voor Israël herstellen zal. Dat wordt door Jezus dan niet ter zijde geschoven als een verkeerde vraag, zij krijgen slechts te horen, dat ze dat niet hoeven te weten omdat de Vader het moment waarop dit zal gebeuren voor Zich houdt.
Wie stelt, dat Gods eeuwige beloften uit het Oude Testament niet meer van kracht zijn, trekt de betrouwbaarheid van God in twijfel en verklaart bovendien blijkbaar dat het Nieuwe Testament het Oude Testament buiten werking stelt. Dat is een oude ketterij die de Kerk in haar begintijd terecht afgewezen heeft. Het Oude Testament en het Nieuwe Testament zijn allebei volledig Gods Woord en allebei onverkort van kracht.

Plaisier maakt ook nog de kanttekening, dat ‘we Israël geen dienst bewijzen door kritiekloos achter de politiek van de staat Israël te staan’. Mijn vraag is dan slechts wie dat dan wel doet?!
De Kerk is in elk geval geen politiek orgaan en de verbondenheid van de kerk met Israël staat volkomen los van de politieke situatie van een bepaald moment. Wanneer tijdens een Synodevergadering wordt vastgesteld, dat we niet alleen ‘onopgeefbaar verbonden’ zijn met Israël, maar dat we evenzeer onopgeefbaar verbonden zijn met de Palestijnen, doet dit de geestelijke betekenis van Israël als volk van God vreselijk tekort.
De kerk heeft niet de taak zich te bemoeien met het politieke beleid van een bepaalde staat; daarmee gaat ze volledig buiten haar boekje. Haar voornaamste opdracht is de beloften van God te proclameren.
Het is een zeer trieste zaak, dat binnen de zeer pluriforme Protestantse Kerk tegenovergestelde meningen als waarheden naast elkaar kunnen blijven bestaan. Ons wordt geadviseerd aan de Bijbel geen argumenten te ontlenen, maar de Bijbel slechts te gebruiken voor meditatie.
De landelijke kerk heeft kennelijk als hoogste doel om iedereen binnen boord te houden, ook als dit ten koste gaat van de waarheid.

dinsdag 16 oktober 2012

Nieuwe bundel over kerk en Israël

Eind oktober verschijnt er een nieuwe publicatie rond het veelbesproken onderwerp kerk, Israël en Palestijnen. Doel van de bundel Meervoudig Verbonden is het moeizame gesprek in de kerk over de relatie met Israël en de Palestijnen een nieuwe impuls te geven.
Vanuit bijbelse kernthema's biedt een zestal auteurs perspectief op verschillende aspecten rond de relatie van kerk, Israël, Palestijnse christenen, islam en politiek. "Er is vanuit de Nederlandse context heel veel gezegd over hoe de kerk zich tot Israël en Palestijnen verhoudt en kan verhouden. Zijn we daar nu niet klaar mee? Nee. Nog lang niet. Deze bundel geeft een blik in het internationale discours, waarop auteurs uit de Nederlandse context reageren en nieuwe mogelijkheden voor verder gesprek ontwikkelen."
"Ook zoeken zij een richting die verder brengt en verbindend is. Die richting heeft alles te maken met de corebusiness van de kerk: het lezen van de bijbel en het perspectief vanuit Christus. Tegelijk gaat het ook over het ontvlechten van vaak al te verweven onderdelen rond kerk, Israël, Palestijnen, islam en politiek. In een debat waarin we vanuit tegengestelde perspectieven aangesproken worden, willen de auteurs vanuit een diepere basis een verbondenheid bepleiten die tegenstellingen kan overstijgen."
De bundel Meervoudig Verbonden wordt 1 november om 13.00 uur in de Thomaskerk in Amsterdam gepresenteerd.

Bron: PKN


Commentaar:
Binnen de zeer pluriforme Protestantse Kerk bestaan tegenovergestelde meningen. Aangezien de landelijke kerk als hoogste doel heeft iedereen binnen boord te houden, ook als dit ten koste van de waarheid gaat, heeft de secretaris van de P.K.N. het lumineuze idee opgevat om een aantal tegengestelde opvattingen in een boek en in een symposium bij elkaar te brengen in de hoop de tegenstellingen te overstijgen. Echter: lijnrecht tegenover elkaar staande meningen zijn niet bij elkaar te brengen. Waarheid en leugen gaan niet samen.
Overigens vraag ik mij al lange tijd af waarom de kerk zich überhaupt op een of andere manier zou moeten verhouden tot de Palestijnen. Ik ben er nog steeds zo benieuwd naar hoe de kerk zich verhoudt tot Tibetanen, Maori's en Navajo's. en Belgen.

zaterdag 13 oktober 2012

"Internationaal recht" of Gods gerechtigheid?

Collega Henri Veldhuis schreef een brochure getiteld 'De muur is afgebroken', bedoeld als een „theologische herbezinning” op het Israëlisch-Palestijnse conflict. De titel van de brochure komt van Efeziërs 2:14, waar Paulus schrijft dat de muur die scheiding maakte tussen het Joodse volk en de niet-Joden, is afgebroken door Jezus Christus. Hierdoor hebben volgens de apostel nu ook zij die eerst niet tot Gods volk behoorden het burgerschap van Israël verkregen.
Volgens Veldhuis zijn, kennelijk op grond van deze woorden van Paulus, „universele liefde en gerechtigheid de basis voor alle ethiek en politiek.” Hij stelt, dat Christelijke kerken en partijen de plicht hebben om in het Israëlisch-
Palestijnse conflict internationaal recht toe te passen. "Vanwege de „wanhopige situatie” van de Palestijnen moeten kerken een boycot van Israëlische goederen openlijk kunnen bespreken."
Op 27 oktober presenteren Vrienden van Sabeel Nederland (http://www.vriendenvansabeelnederland.nl) en Kairos Palestina Nederland de brochure op een mini-symposium.

Het is een vreemde zaak als een theoloog meent dat de kerk het "internationaal recht" moet laten prevaleren boven Gods gerechtigheid. 'Heel het nageslacht van Israël
zal bij de HEER recht vinden en zich gelukkig prijzen'
(Jesaja 45:25).

'Internationaal recht' is een term die vaak in de mond genomen wordt in verband met het beleid van Israël. Daarover heeft dr. M. de Blois, universitair docent rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht, interessante dingen te zeggen in zijn boek ”Israël: een staat ter discussie?” (uitg. Groen/Jongbloed, Heerenveen, 2010; ISBN 978 05 8299 703)
Volgens De Blois deint het Internationaal Gerechtshof mee op de golven van de anti-Israël stemming in de VN, waar de meerderheid altijd gelijk heeft.

Het is Godgeklaagd, dat predikanten er een ketterse anti-Israëlvisie op na houden! Het is van het grootste belang om dit aan de kaak te stellen!
Met luider stem wordt binnen de P.K.N. ook een tegengestelde visie verkondigd, o.a. door het Platform Appèl Kerk en Israël (http://www.appelkerkenisrael.nl), dat de P.K.N. oproept om Sabeel niet langer te steunen.

Het is wel triest dat binnen de P.K.N. dergelijke tegenovergestelde visies náást elkaar kunnen bestaan.

maandag 8 oktober 2012

Pluriformiteit: Biedt de Kerk ruimte aan ketterij?

ds. Piet van Midden schreef een lezenswaardige recensie op www.appelkerkenisrael.nl
n.a.v. het boek "Roep om verzoening" door dr. Naim Ateek; Uitg. Boekencentrum 2012, ISBN 978 90 239 2065 6.


Waar vakantie allemaal niet goed voor is. De stapel boeken die ik had gereserveerd, heb ik zowaar allemaal kunnen lezen. Daaronder het boek van Naim Ateek, Roep om verzoening. Een Palestijnse christen over vrede en recht. De ondertitel had m.i. beter kunnen luiden ‘…over onvrede en onrecht’ maar dat terzijde. Laat ik beginnen met een voor sommigen misschien onverwachte bekentenis: ik heb het boek met sympathie voor de persoon Ateek gelezen. Het verbaasde mezelf, moet ik bekennen. Ik kom vaak in Israël, al heel lang. Ik heb er bij elkaar een paar jaar van mijn leven liggen en het voelt elke keer als thuiskomen. Niettemin moet ik ook zeggen dat er sociaal en economisch merkbaar steeds méér mis is en dat de relaties tussen de bevolkingsgroepen zich verharden. Dat de Palestijnse bevolking zich tweederangs voelt, kan ik me voorstellen. Zo voelt Naim Ateek dat aan den lijve. Hij is Palestijn én christen en dat is in Israël en de Palestijnse gebieden een steeds lastiger wordende combinatie. Het aantal Palestijnse christenen loopt sterk terug. Ze proberen weg te komen naar landen met meer toekomst dan Palestina. En met hen verdwijnt een belangrijk deel van de kerkgeschiedenis uit het zicht.

De Bijbel als snoepwinkel
Nu het boek zelf. Het opent met een terugblik op de geschiedenis en het ontstaan van Sabeel. Bij hoofdstuk 2 begint m’n verbazing, die me het hele boek niet heeft losgelaten. Uitgangspunt voor Ateek is de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter en de weduwe uit Lucas 18. Het blijkt een kleine stap: de rechter vertegenwoordigt de onder-drukker en de weduwe de onderdrukte. Nog duidelijker: de rechter is de staat Israël en de weduwe is het Palestijnse volk. Dat is een hermeneutiek van grote stappen, snel thuis en doel bereikt. Dat in het verhaal van Jezus de rechter niet het onrecht veroorzaakt heeft maar er zijn oordeel over de tegenpartij moet uitspreken, vindt Ateek kennelijk niet belangrijk. Het verstoort het plaatje dat ‘Jezus hier de bevrijdingstheoloog bij uitstek schetst’ (p.35). Ik haal het voorbeeld aan omdat ik moedeloos word van dit soort Bijbelgebruik. Door wie dan ook: de Schrift als snoepwinkel met voor elk wat wils. Wat je niet bevalt laat je links liggen of doe je weg. Ik kan het van Ateek nog wel hebben: zijn groepering heeft het bepaald niet makkelijk en dan zoek je in de Bijbel niet tevergeefs naar troost. Maar om je persoonlijke herkenning aan anderen voor te houden als model van Bijbellezen gaat me te ver, helemaal als dat Bijbellezen Israel bashing mede ten doel heeft.

Gekleurd beeld
Het beeld dat Ateek schetst is van klein duimpje (de Palestijnen) tegenover de reus met de zevenmijlslaarzen, Israël. Militair is dat natuurlijk zo maar de reus is kwetsbaar voor aanslagen. Daarmee ontwricht(t)en Palestijnen een hele samenleving, de joodse gemeenschappen en bedreig(d)en ze individuen over de hele wereld. De Olympische Spelen van 1972 zijn de enige die ik me tot nu toe herinner (die van Londen ben ik straks weer kwijt). En de Achille Lauro, 1985, waarvan de gehandicapte Leon Klinghoffer met rolstoel en al in zee werd gedumpt, staat nog op m’n netvlies. Beide vóór de 1e Intifada. Het is een vorm van geweld die een niet aflatende golf van terreur in beweging heeft gezet, tot die van Boko Haram in Nigeria aan toe.
Ateek spreekt zich uit voor geweldloosheid. Daarin is hij sympathiek. Maar voor hem is duidelijk: de joden en daarna: Israël, die hebben het gedaan. De zionisten voorop. Onder de Ottomanen leefden joden, christenen en islamieten vredig samen, is het idyllische plaatje dat Ateek schetst. Met het zionisme ging het mis. Geen woord over Arafats oom Mohammed Amin al-Hoesseini, Grootmoefti van Jeruzalem, die in 1920(!) begon met het organiseren van rellen tegen biddende joden. Hoesseini zou een vriend van Hitler worden. En neef Arafat noemde, in uniform en met (gedwongen lege) holster, in de vergadering van de Verenigde Naties, zionisme een vorm van racisme. Communistische landen stemden daar later mee in. Alsof zionisme in wezen niet alles te maken heeft met de Hebreeuwse Bijbel, het Oude Testament, met het ‘aan Babylons stromen, daar zaten wij…’ van Psalm 137. En alsof je als joods gelovige los verkrijgbaar bent: ‘Je mag er zijn maar niet met je geschiedenis. Die moet je thuislaten.’

Volkerenrecht contra Bijbelberoep
Het probleem is natuurlijk dat de Palestijnen rechten hebben, op basis van het volkerenrecht. En dat er een zich steeds breder vestigende staat Israël is, waarin het zionisme inmiddels niet minder seculier en veel meer religieus gekleurd is. Dat maakt het gesprek ingewikkeld. Maar dat laat onverlet dat je, tenzij je Jeruzalem maar meteen tot een geestelijke stad wilt verheffen, met ‘de landbelofte’ in je maag zit. Als je met de bijbel wat actueels wilt – en dat wil Ateek, hij opent immers met Lucas 18 – dat is dit ook een punt. Net zoals de positie van het joodse volk. Het volkenrecht zal het worst wezen, maar als je de Oude en Nieuwe Testament serieus neemt, kun je niet anders zeggen dan dat God Abraham en Sara heeft uitverkoren en al diegenen die uit hen geboren zijn. Ik ben geen partner in dat verbond en heb ook geen recht om aan de voorwaarden te sleutelen. Ateek ziet dat allemaal anders: het Oude Testament is vervuld. Israël is bijzondere verbondspartner àf. Het Nieuwe Testament is feitelijk het vigerende woord van God.

Marcion
We zijn hiermee weer terug bij af. In het begin van de kerkgeschiedenis trad ene Marcion op. Hij verkondigde dat de God van het Oude Testament geen plaats verdiende. Dat was een god van wraak en die kon niet dezelfde zijn als de Vader van Jezus Christus. Daarmee had het Oude Testament afgedaan. Eén Bijbel, twee goden. Een gat tussen synagoge en kerk. Met alle gevolgen van dien. Probleem was en is wel dat het Nieuwe Testament niet los staat van het Oude, maar vol staat met citaten. Niet zo vreemd natuurlijk: de Hebreeuwse Bijbel is de Bijbel van Jezus. Marcion kon niet veel anders doen dan zijn eigen canon scheppen. Zonder God de Schepper…
De kerk heeft Marcion in 144 terecht geëxcommuniceerd. Dat is toch wat anders dan de reactie in het Woord Vooraf in ‘Roep om verzoening’ van Arjan Plaisier: ‘Veel Nederlandse lezers die zijn opgegroeid met een theologie waarin Israël een levende gestalte naast de kerk is, zullen daar grote problemen mee hebben.’
Dat klinkt als ‘Het is wel even wennen.’

dinsdag 11 september 2012

Open Brief over Israël aan Nederlandse Christenen

met grote instemming overgenomen van http://www.israel-palestina.info/
auteur: Tjalling Tjalsma


De Open brief aan de Nederlandse Christenen is niets anders dan een variant op de vervangingstheologie.

Zes Christelijke godgeleerden, aangesloten bij een aantal theologen, uit voornamelijk de Angelsaksische wereld, hebben recent een open brief opgesteld, gericht aan de Nederlandse Christenen, waarin wordt verkondigd dat Christenzionisten de Bijbel verkeerd lezen. Zij roepen de lezers op om terug te keren tot de kernboodschap van de Schrift. Wat dat volgens hen inhoudt wordt in de brief breedvoerig uitgelegd en richt zich tegen het Christenzionisme.
De schrijvers zijn van mening dat de Christenzionisten er twee onterechte vooronderstellingen op na houden. Ten eerste, de bewering dat God het huidige Israël vanwege etnische afkomst uitzonderlijk goed gezind is, en niet op basis van de genade van Christus alleen. Ten tweede de bewering dat de Bijbelse belofte aan de Joden is gebonden aan een bepaalde geografische streek, die gegeven zou zijn door God. De zes theologenbriefopstellers staan met hun aantijgingen tegen de Christenzionisten niet alleen. Tijdens de presentatie van het boek ‘roep om verzoening’, door de Palestijnse Christelijke theoloog Naim Ateek werd precies hetzelfde bedenkelijke credo gepredikt, waarbij de voorzitter van de PKN Synode, Peter Verhoeff, alle aanwezigen opriep om na het lezen van dat boek te komen tot andere theologische inzichten.

In de open brief dekken de auteurs zich meteen al zelf in tegen iedereen die het niet met hen eens is. Zij verwerpen elke etikettering die hen aanduidt als vervangingstheologen of (potentiële) antisemieten, want zelf zien ze hun bezwaren tegen Christenzionisme niet als vervangingstheologie. Maar dat is het wel, zoals ik hieronder zal aantonen. De open brief bestaat voor een groot deel uit tien stellingen die hun visie moeten onderbouwen en die tegelijk ook laten zien dat het Christendom een totaal andere godsdienst is dan het Jodendom. Het voert hier te ver om uitvoerig stil te staan bij elke van de tien stellingen, maar met name de stellingen zes en zeven geven ernstig te denken. Zelfs de betekenis daarvan mag van het zestal echter geen vervangingstheologie worden genoemd.

Uit stelling zes de volgende citaten:
“De beloften van de erfenis die God gaf aan Abraham zijn effectief gemaakt door Christus, die het ware Zaad van Abraham is”.
Abraham was de stamvader van een sibbe waaruit het Joodse volk voort is gekomen. Voor Joden is hij een heel belangrijk persoon die zij niet willen vergeestelijken. Maar de kerkelijke uitleg van de betekenis van Abraham heeft geen oog voor de Joodse visie want die is veel te ‘aards’.
“Deze beloften zijn en kunnen niet effectief worden gemaakt door het houden van Gods wet door de zondige mens. De beloften worden gedaan alleen aan degenen die geloven in Christus, de ware Erfgenaam van Abraham”.
Dat is dan helder, niet de Joden maar de mensen die geloven in Christus zijn volgens de deze godgeleerden de ware erfgenamen van Abraham. En verder in stelling zes nog:
“Deze beloften slaan niet op enige bijzondere etnische groep, maar op de Kerk van Jezus Christus, het ware Israël.”
Hieruit blijkt dat men wel degelijk het Joodse volk heeft vervangen voor de christenen, die nu opeens ‘het ware Israël’ denken te zijn.

Stelling zeven draagt de vervangingstheologie nog explicieter uit. Ik citeer daaruit:
“Jezus heeft geleerd dat zijn opstanding de wederoprichting van de ware Tempel van God is. Hij is in de plaats gekomen van de priesters, de offers en het heiligdom van Israël”.
Als dit geen vervangingstheologie mag worden genoemd dan is alle logica zoek. In het handwoordenboek ‘Van Dale hedendaags Nederlands’ wordt het werkwoord ‘vervangen’ omschreven als ‘de plaats innemen van’. Met alleen al deze zevende stelling zakken de zes theologen door de mand.

De schrijvers stellen zich in hun brief ook heel hoogmoedig op:
“Wij zijn er van overtuigd dat de aanhangers van de Israëltheologie de Bijbel verkeerd lezen en dat dit desastreuze gevolgen heeft voor het belijden van de Kerk”.

Je mag toch van godgeleerden hopen dat ze ook geleerd hebben hoe de Bijbel te verstaan, maar bij dit zestal is dat op z’n minst twijfelachtig. Zij stellen zich hautaine op tegen Christenzionisten, en een dergelijke houding zou je van godgeleerden niet verwachten. Het is namelijk onjuist om te stellen dat een groep mensen onder één bepaalde noemer de Bijbel verkeerd zou lezen. De teksten van de Bijbel zijn soms zo ondoorgrondelijk dat ze niet eenduidig kùnnen worden uitgelegd. Langdurige observatie van een tekst kan tot een heel ander inzicht leiden dan men oorspronkelijk had. Algemeen kan nog het beste worden gesteld dat het bij het lezen van de Bijbel gaat om ‘een ontmoeting met God’. Het resultaat daarvan is echter strikt persoonlijk en elke interpretatie van een Bijbeltekst is vanuit eigen aanvoelen en daarom uiterst subjectief. Er kan dan ook geen sprake zijn van dé Bijbeluitleg, wel van één Bijbeluitleg. Bovendien is het ook belangrijk te letten op de context waarbinnen een Bijbelgedeelte tot stand is gekomen. Een Bijbeltekst staat nooit op zichzelf.

En als we het dan toch over vervanging hebben, de kerkelijke banden met Israël zouden beter kunnen worden vervangen door een respect vanuit de kerken voor Israël zoals het werkelijk is. Nu is sprake van een irreële band. Kerk en Synagoge zijn immers door de beleden positie van Christus duurzaam gescheiden. De Joden accepteren dat zonder moeite, veel Christenen niet. Die vinden dat de Joden alleen in het Christelijk heil kunnen delen als ze het offer van Jezus aanvaarden en dus Christen worden. Het is niet reëel en getuigt niet van respect om van mensen te verlangen hun eigen godsdienst op te geven. De enige en juiste oplossing is dat de kerken gaan inzien dat er naast hun Christelijk geloof ook een Joodse religie is en nog vele andere manieren van geloven (en niet geloven). Dit zou tegelijk ook een goede theologische opmaat zijn voor iets dat in de hele Westerse wereld gebruikelijk is; scheiding van Kerk en Staat. Die scheiding zou ook moeten gelden voor de verhouding tussen de kerken en de staat Israël. Het is immers van de zotte dat theologen zich bemoeien met het wel en helaas in dit geval vele wee van de moderne Joodse staat Israël en het bestaan daarvan delegitimeren aan de hand van slechts één Bijbelvisie, die van de vervangingstheologie.

De vervangingstheologie heeft al veel schade aangericht in de toch al moeilijke verhouding tussen Joden en Christenen. Dit alleen al moet voor de PKN reden genoeg zijn om en plein public nadrukkelijk afstand te nemen van deze open brief, die op de vervangingstheologie is gebaseerd en het Jodendom niet respectvol bejegent.

De "open brief":
http://strengholt.blogspot.nl/2012/09/open-brief-over-israel-aan-nederlandse.html

zondag 19 augustus 2012

"Anti-zionisme"

Toen Martin Luther King gevraagd werd een reden te geven waarom de Joden een staat moeten hebben, antwoordde hij: ik kan wel 6 miljoen redenen bedenken.

. . . You declare, my friend, that you do not hate the Jews, you are merely ‘anti-Zionist.’ And I say, let the truth ring forth from the high mountain tops, let it echo through the valleys of God’s green earth: When people criticize Zionism, they mean Jews, this is God’s own truth.

Antisemitism, the hatred of the Jewish people, has been and remains a blot on the soul of mankind. In this we are in full agreement. So know also this: anti-Zionist is inherently antisemitic, and ever will be so. “Why is this? You know that Zionism is nothing less than the dream and ideal of the Jewish people returning to live in their own land. The Jewish people, the Scriptures tell us, once enjoyed a flourishing Commonwealth in the Holy Land. From this they were expelled by the Roman tyrant, the same Romans who cruelly murdered Our Lord. Driven from their homeland, their nation in ashes, forced to wander the globe, the Jewish people time and again suffered the lash of whichever tyrant happened to rule over them.

The Negro people, my friend, know what it is to suffer the torment of tyranny under rulers not of our choosing. Our brothers in Africa have begged, pleaded, requested– DEMANDED the recognition and realization of our inborn right to live in peace under our own sovereignty in our own country. “How easy it should be, for anyone who holds dear this inalienable right of all mankind, to understand and support the right of the Jewish People to live in their ancient Land of Israel. All men of good will exult in the fulfilment of God’s promise, that his People should return in joy to rebuild their plundered land. This is Zionism, nothing more, nothing less.

And what is anti-Zionist? It is the denial to the Jewish people of a fundamental right that we justly claim for the people of Africa and freely accord all other nations of the Globe. It is discrimination against Jews, my friend, because they are Jews. In short, it is antisemitism. “The antisemite rejoices at any opportunity to vent his malice. The times have made it unpopular, in the West, to proclaim openly a hatred of the Jews. This being the case, the antisemite must constantly seek new forms and forums for his poison. How he must revel in the new masquerade! He does not hate the Jews, he is just ‘anti-Zionist’! “My friend, I do not accuse you of deliberate antisemitism. I know you feel, as I do, a deep love of truth and justice and a revulsion for racism, prejudice, and discrimination. But I know you have been misled – as others have been – into thinking you can be ‘anti-Zionist’ and yet remain true to these heartfelt principles that you and I share. Let my words echo in the depths of your soul: When people criticize Zionism, they mean Jews – make no mistake about it.


* From ML King Jr., “Letter to an Anti-Zionist Friend,” Saturday Review_XLVII (Aug. 1967), p. 76. Reprinted in ML King Jr., “This I Believe: Selections from the Writings of Dr. Martin Luther King Jr.”

woensdag 27 juni 2012

Onze Vader

samenvatting van de preek, gehouden op Vaderdag

In gemeenschap met de Kerk van alle eeuwen belijden wij: "Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van Hemel en aarde."
Wij vinden dat waarschijnlijk heel logisch klinken, dat God onze Vader wordt genoemd en wij zijn kinderen; maar vanzelfsprekend is dat helemaal niet! Hoe komen wij daar eigenlijk bij? Waar baseren we dat eigenlijk op, dat God ònze Vader zou zijn? of zelfs van àlle mensen? Natuurlijk: God wordt in de Bijbel wel degelijk Vader genoemd, maar Vader van wíe?

1) In de eerste plaats is God Vader van Israël
In Exodus 4 moet Mozes tegen de Farao zeggen: ‘Dit zegt de Eeuwige: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon. Ik heb je bevolen mijn zoon te laten gaan om Mij te vereren, maar dat heb je geweigerd. Daarom zal Ik jouw eerstgeboren zoon doden.’
In Jesaja 63 verzucht de profeet, na eindeloze jaren van ballingschap: U bent toch onze vader?
In Jeremia 31 verzucht God Zelf: 'Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel? Telkens als Ik over hem spreek rijst zijn beeld in Mij op, dan raak Ik diep bewogen. Ik móet mij over hem ontfermen.'
En in Hosea 11 zegt God: 'Uit Egypte heb Ik mijn zoon weggeroepen…'
en: '…was Ik het niet die Efraïm leerde lopen en hem op mijn arm nam?'

2) God is Vader van zijn Messias
Psalm 2 is een van de meest Messiaanse passages in de Hebreeuwse Bijbel. ‘Messias’ is Aramees voor ‘Gezalfde’, in het Nieuwe Testament wordt dit vertaald met het Griekse woord ‘Christus’. ‘Gezalfde des Heren’ is een standaarduitdrukking voor de Koning van Israël, in opdracht van God door een profeet gezalfd. In Psalm 2 komt de Gezalfde zelf aan het woord:
Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken.
Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon,
Ik heb je vandaag verwekt.
Vraag het Mij en Ik geef je de volken in bezit,
de einden der aarde als erfdeel.’


Dit kàn, figuurlijk, slaan op koning David. Maar het gaat daar beslist óók bovenuit.
Zoals ook in de profeten staat: ‘De volken’ zullen optrekken naar Jeruzalem. Maar ze zullen van een koude kermis thuiskomen; als pottenbakkerswerk zullen ze worden stukgeslagen. Dit zal gebeuren o.l.v. degene die God als Koning over Sion zal hebben aangesteld.
De Messias wordt Zoon van God genoemd. Waarom? Omdat Hij door God Zelf verwekt is! En Hij zal de heidenen als Zijn erfdeel ontvangen. Want het is een oer-Bijbels gegeven, dat een zoon per definitie een erfgenaam is.

3) God is de Vader van Jezus
Jezus noemt God consequent: ‘Mijn Vader’; en dat niet in algemene zin – Hij is vader is van heel zijn volk, dus is Hij ook mijn vader – maar heel persoonlijk en haast exclusief. Nooit zegt Hij: ‘Onze Vader’, op 1 enkele uitzondering na, wanneer Hij zijn leerlingen leert hoe ze moeten bidden.
Jezus duidt God in het Evangelie niet minder dan 150x aan als mijn Vader en dat is nogal opzienbarend. In Johannes 5 kunnen we lezen: ‘Hierom dan trachtten de Joodse leiders des te meer Hem te doden, omdat Hij (volgens hen) niet alleen de sabbat schond, maar ook God zijn eigen Vader noemde en Zich dus met God gelijkstelde’.
Jezus weet heel goed wie Hij is. Als Hij zegt dat God zijn Vader is, bedoelt Hij dat niet ‘bij wijze van spreken’, maar heel letterlijk: Hij is immers niet door Jozef, maar door “de kracht van de Allerhoogste” bij Maria verwekt (Lk. 1:35). En zoals wel meer zonen lijken op hun vader, zo lijkt Jezus op God, als twee druppels water: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’.
Alle vier de Evangeliën zijn er eenstemmig over, dat Jezus om deze reden wordt veroordeeld vanwege godslastering.

De leugen van de Islam
Al eeuwen staat op de gevel van de Rotskoepel op de Tempelberg in het Arabisch te lezen: ‘God heeft geen zoon.’ Deze leugen is één van de belangrijkste beweringen van de Islam. Johannes schreef in zijn 1e Brief, al eeuwen vóór het ontstaan van de Islam: ‘Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent’. En dan nog zijn er massa’s mensen die zeggen, dat moslims en christenen in dezelfde God geloven! Uitgerekend in het middelpunt van de locatie waar Psalm 2 zo nadrukkelijk naar verwijst (de berg Sion in de stad Jeruzalem) wordt tot op heden deze Psalm brutaal tegengesproken. Te Zijner tijd zal de Eeuwige daar korte metten mee maken.

En de Joden?
Maar als dat geldt voor de moslims, hoe zit het dan met de Joden? Die kunnen dan wel God als Vader hebben, maar waarom geloven Joden niet in Jezus? Dat is een mysterie, zegt de apostel Paulus, Jood in hart en nieren, in zijn Brief aan de Romeinen. De meeste van zijn volksgenoten hebben tot zijn verdriet de Messias niet herkend. En juist dáárdoor, door hun afwijzing, kon het Evangelie tot de heidenen, de niet-Joden gaan! We mogen de Joden wel dankbaar zijn!
Maar dat de Joden hun Messias nú niet kunnen herkennen, dat is de schuld van de Kerk, die Jezus zorgvuldig hebben ‘ontjoodst’; en de eeuwen door zijn in de naam van Jezus miljoenen Joden vervolgd en gedood!

‘Dit zegt de Eeuwige: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon,’ moet Mozes tot de Farao zeggen.
Verschillende teksten uit de profeten die uitdrukkelijk slaan op Israël als Gods Zoon en als zijn uitverkoren Knecht, worden in het Nieuwe Testament betrokken op Jezus, de ‘Eniggeboren’ Zoon van God. Zowel Israël als Jezus zijn gesteld tot een ‘Licht voor de volken’. Net als Jezus heeft ook zijn volk de eeuwen door onschuldig geleden! Net als Jezus aan het Kruis schreeuwde het versmade en lijdende volk van God het uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij / waarom hebt Gij òns verlaten?!’
Israël wordt Gods ‘eerstgeboren zoon’ genoemd; en Jezus is Gods ‘eniggeboren zoon’. Als je iemands enige zoon bent, ben je automatisch ook zijn eerstgeborene, dat kan niet anders! Zou het kunnen zijn, dat deze twee zonen, Israël en Jezus, met elkaar verweven zijn, dat het in wezen een en dezelfde is?! Jezus is Israël in eigen persoon. De eerstgeboren zoon is de eniggeboren zoon. En God zal Zich over zijn Zoon ontfermen! Volgens de profetie zal de Messias Zich Zelf aan zijn volk bekendmaken; dat kunnen we met een gerust hart aan Hem Zelf overlaten…

Het is intussen zeer Bijbels om God Vader te noemen. Maar vanzelfsprekend is het nóóit, dat wij kinderen van God genoemd worden! Het is een wonder! Volgens Johannes 1 mogen wie in Jezus geloven kinderen van God worden. Wat een voorrecht! Wij zijn dat niet van nature! Wij hoorden oorspronkelijk niet bij het volk van God! De Messias van Israël blijkt tevens de Redder van de wereld te zijn! Dat was Gods geniale plan, al sinds de zondeval. Geen mens had het kunnen verzinnen! God is de Vader van Israël, maar dankzij het verlossingswerk van zijn Zoon, zijn wij door Hem als kinderen aangenomen, ‘geadopteerd’. En daarmee wettige kinderen en erfgenamen.

God wil een Vader zijn, die ons niet geeft wat we maar wensen, maar wel wat goed voor ons is. Hij weet wat we nodig hebben. We doen er wijs aan ontzag voor Hem te hebben en Hem te gehoorzamen.

Wij staan in een traditie die zo’n twintig eeuwen lang beleden heeft: 'Ik geloof in God, de Vader'. Met deze belijdenis op hun tong en in hun hart hebben miljoenen gelovigen geleefd en gestreden. Ze zijn verguisd, vervolgd, onderdrukt, gediscrimineerd, uitgelachen en voor dwazen gescholden; en daarna opgenomen in het Vaderhuis met de vele woningen. Ondanks het lijden dat aan het volgen van Jezus is verbonden, geeft het ene geslacht het door aan het komende geslacht. Het houdt niet op. En nu zijn wij aan de beurt om het door te geven.

maandag 25 juni 2012

"Van Hamasterrorist tot Israëlsupporter"

Bron: http://missingpeace.eu/nl

Mosab Hassan Youssef is de zoon van Hassan Yousef, de geestelijke leider van Hamas. Hij werd wereldberoemd toen hij een boek publiceerde over het Palestijnse terrorisme en zijn werk voor de Israëlische veiligheidsdienst Shin Beth.
In dat boek, getiteld ‘Zoon van Hamas’, legt hij uit hoe hij een geleidelijk proces doormaakte waardoor hij met geheel andere ogen naar de Palestijnse maatschappij ging kijken. Uiteindelijk besloot hij om het terrorisme af te zweren en voor de Shin Beth te gaan werken. Ook beschreef hij hoe hij geleidelijk afstand nam van Islam en zich tot het Christendom bekeerde.
Sinds de onthullingen in zijn boek over de wreedheden van Hamas en de Palestijnse Autoriteit, is hij persona non grata in de Palestijnse autonome gebieden en leeft hij in de Verenigde Staten.

Persconferentie
Dinsdag 19 juni jl. was Youssef voor het eerst terug in Israël. In een bijna volle zaal in het centrum van Jeruzalem gaf hij een persconferentie voor de buitenlandse media.
Het eerste wat opviel, was dat er geen zichtbare extra beveiligingsmaatregelen leken te zijn genomen. Bij de ingang zat slechts de traditionele bewaker die niemand een strobreed in de weg legde. Ook in de zaal waren geen lijfwachten te bespeuren.
Yousef legde uit dat hij niet bang is voor Hamas. Hij kent geen angst omdat hij weet dat hij goed handelde door voor de Shin Beth te gaan werken. Zijn enige motivatie was toen om terroristische aanslagen te voorkomen. Uiteindelijk ging het hem om het redden van mensenlevens.

Haat
Hij zag de moorddadige haat tegen Joden bij Hamas, en zag ook dat men er niet voor terugdeinsde om de eigen bevolking te vermoorden.
Hierbij verwees hij naar wat Hamas medegevangenen aandeed in Israëlische gevangenissen en naar de machtsovername in Gaza, toen Fatah aanhangers van de daken van flatgebouwen werden gegooid. Later zei hij dat zijn vader een monster had gecreëerd toen hij Hamas oprichtte.
Hij was ook getuige geweest van Arafat’s collaboratie met Hamas, en zei dat hij ooit persoonlijk van Arafat opdracht kreeg om Hamas terroristen uit een PA gevangenis te halen.

Spontaan
Zijn bezoek was spontaan tot stand gekomen en was niet gecoördineerd met de Israëlische autoriteiten, meldde hij. Inderdaad wist de beveiliging op de luchthaven Ben Gurion aanvankelijk niet wie hij was en werd hij een uur lang vastgehouden.
Hij was met Gonen Ben Yitschak, zijn voormalige contact bij de Shin Beth, naar de persconferentie gekomen en legde uit dat hij de man beschouwt als een broer.

Films
Youssef had ook nieuws voor de aanwezige journalisten. Hij vertelde dat hij momenteel werkt aan de verfilming van zijn boek “Zoon van Hamas” en aan een film over het leven van Mohammed.
Hij legde uit dat de massa’s in de Moslim wereld Mohammed ten onrechte als een rolmodel zien, en gaf enkele voorbeelden van misdaden die door de profeet zijn gepleegd tegen de menselijkheid.
“De meeste moslims kennen slechts hun eigen moslimidentiteit en weten niets over echte vrijheid. Mensen moeten vrij zijn om de waarheid te zien”, aldus Yousef.
Islam domineert echter alle aspecten van het leven zoals het Christendom dat ooit in Europa deed. Europa heeft echter een evolutie doorgemaakt naar echte vrijheid, iets dat volgens Youssef in de huidige omwentelingen in de Arabische wereld niet het geval is.

Moslim Broederschap
Hij verwees naar het programma van de Moslim Broederschap (MB) en zei dat de beweging slechts uit is op het domineren van de Arabische landen en uiteindelijk ook de rest van de wereld. De beweging heeft miljoenen aanhangers in het Westen, aldus Youssef.
Evenals Hamas (voortgekomen uit de MB) is de Moslim Broederschap uit op de controle over de levens van mensen. Het echte conflict tussen de Arabische wereld en Israël gaat hierover, vindt Yousef.
Israël vertegenwoordigt de waarden van de Westerse civilisatie in het Midden-Oosten. Dat staat haaks op de agenda van Islamistische bewegingen zoals Hamas en de Moslim Broederschap.
Een ander probleem, zei hij, is het ontbreken van iedere vorm van educatie over de historische Joodse rechten op het land Israël in de Palestijnse samenleving en de Arabische landen. Volgens Youssef is het doel van de Palestijnse strijd altijd de vernietiging van de staat Israël geweest en niet de opbouw van een eigen staat.
Volgens Yousef hebben de Palestijnse Arabieren in de eerste plaats behoefte aan werkelijke vrijheid en respect voor mensenrechten in hun eigen maatschappij.

De Pers
Een deel van de aanwezige pers had zichtbaar moeite met wat Yousef te vertellen had. Hier stond een Palestijn, die bovendien een prominent lid van Hamas was geweest, die dingen zei die duidelijk indruisten tegen de opvattingen van sommige journalisten.
Een aantal van hen liet dat ook blijken tijdens de vragensessie. In plaats van het stellen van een gerichte vraag legde men in feite een politiek getinte verklaring af waaruit moest blijken dat Yousef ongelijk had.
Uiteindelijk gaf Yousef aan dat hij er genoeg van had, en weigerde in te gaan op de opmerking van een journalist dat Hitler, die ook Joden had vermoord, een christen was geweest.

zondag 22 april 2012

Yom haSjoa

Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de HEER, die zich over je ontfermt. (Jesaja 54:10) Afgelopen donderdag was het voor het volk Israël een gedenkdag: Yom haSjoa. Het Hebreeuwse woord sjoa betekent ‘ramp’; Yom haSjoa betekent: ‘Dag van de ramp’. Volgens de officiële cijfers werden door de nazi’s 6 miljoen Joden de dood in gejaagd; in werkelijkheid waren het er nog veel meer, want in de Oekraïne zijn later massagraven gevonden; daar hebben nog eens 1,5 miljoen mensen een vreselijk einde gevonden. De ‘holocaust’ was helaas geen incident. Jodenhaat is van alle tijden. De Farao in de tijd van Mozes gaf bevel alle jongetjes die geboren werden in de Nijl te gooien; Haman in de tijd van Esther wilde het Joodse volk uitroeien… en In elke generatie zijn er die ons willen uitroeien, (zeggen de Joden elk jaar in de liturgie voor Pesach) Maar de Heilige, geprezen is Hij, redt ons van hen allemaal! In het rijtje van hen die het Joodse volk hebben gehaat en met uitroeiing bedreigd, hoort ook nog thuis, op een ‘ereplaats’: de Kerk. In de naam van Jezus heeft zij zich de eeuwen door tegen de Joden gekeerd en honderdduizenden van hen de dood ingejaagd. En zo heeft de Kerk de Naam van Jezus, Redder, gemaakt tot een vloek voor zijn eigen volk! De ideologie van het nationaalsocialisme vond een voedingsbodem in “christelijk” Europa. En nog steeds zijn er een heleboel christenen die menen een grote mond op te kunnen zetten tegen dit volk. Maar als we de geschiedenis van de Kerk kennen, past ons alleen een zwijgen, uit plaatsvervangende schaamte. De eeuwen door heeft de Kerk gezegd, dat de Joden het onheil dat over hen kwam verdiend hadden. Daar zit nog een kern van waarheid in ook!... Maar wie zijn wij, dat wij dat zouden kunnen zeggen??? Laten wij maar even onze mond houden! en horen wat de Schriften van Israël hierover zeggen. De profeet Jesaja werd door God geroepen, om het volk van God het Oordeel aan te zeggen en dat liegt er niet om! Hoofdstukken lang gaat het door. Jeruzalem en de Tempel worden verwoest. De ballingschap komt doordat het volk van God ontrouw is geworden aan God. Maar pas op: zodra de vijanden van Gods volk daar om lachen en juichen, komt het oordeel op hun eigen hoofd neer! God zal Zich opnieuw over zijn volk ontfermen! ‘Troost, troost mijn volk’, begint de tweede helft van het boek Jesaja. Zeg tegen hen, dat de tijd van lijden, van de verdiende straf voorbij is. God zal een ommekeer brengen in het lot van zijn volk. Hij zal Israël bevrijden, Jeruzalem herstellen. In Jesaja 54 gaat het, zoals in veel profetieën, over een vrouw, als beeld voor Jeruzalem, jonkvrouw Sion. En het beeld van het huwelijk wordt gebruikt voor de relatie tussen God en Israël; dan gaat het over de ontrouw van het volk, maar Gods trouw overwint die uiteindelijk. De nood is groot aan het begin van Jesaja 54: De stad ligt verwoest, het land is ontvolkt. Maar in de tweede strofe van Jesaja’s gedicht zijn de schaamte en schande voorbij. De vrouw hoeft niet meer bang te zijn. De verstotene wordt weer aangenomen; zij is niet langer zonder man, want de HEER van de hemelse legers treedt op als haar Losser. Hij schaamt Zich er niet voor Zich aan haar te verbinden. Hij zegt: Ik verborg mijn gezicht voor je in laaiende toorn, één ogenblik lang, maar Ik zal me weer over je ontfermen met eeuwigdurende liefde. In de derde strofe van het gedicht gaat het over de wateren van Noach. Die bedekten de hele aarde. Daarna richt God in Genesis 9 een verbond op met Noach en zijn nageslacht en met alle levende wezens. Nooit meer zullen de wateren van de zondvloed de aarde verderven. Hetzelfde definitieve karakter heeft de eed die God hier aan Israël doet: nooit meer zal Hij hen in zijn toorn verlaten. Zijn liefde zal niet van hen wijken en zijn vredesverbond zal niet wankelen. Dan wordt in de vierde strofe van het gedicht de bouw van de nieuwe stad beschreven. De HEER herbouwt de stad met de mooiste edelstenen. De associatie met het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt, uit het laatste Bijbelboek, ligt voor de hand, maar in eerste instantie gaat het letterlijk over het aardse Jeruzalem. Tegelijk is het een beeld voor het herstelde volk Israël: ‘Al uw zonen zullen leerlingen van de HEER zijn’. En als je één klinker verandert, verandert in het hebreeuws het woord ‘zonen’ in het woord ‘bouwers’. Stad èn volk worden gebouwd volgens de aanwijzingen van de HEER. Zij worden gebouwd door gehoorzaam te zijn aan het Woord van de HEER. En daardoor zal er ‘sjalom’ zijn: een toestand van harmonie, welvaart en welzijn. De HEER beschikt Vrede over zijn volk. … Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de HEER, die zich over je ontfermt. … Je zult niets meer te vrezen hebben: onderdrukking zal je niet bereiken, voor terreur blijf je gevrijwaard. Word je toch aangevallen, het komt niet van Mij. Valt iemand je aan? Het wordt zijn eigen val. De ballingschap – Assyrië en Babel – kwam over Israël in de dagen van Jesaja en de andere profeten, als een oordeel van God. De vijanden van Gods volk waren een gesel in Gods hand. Maar geldt dat ook voor de verdrukking door Hellenisten en Romeinen? Door de Kerk van Rome, door de kruisvaarders, de inquisitie in de donkere Middeleeuwen, de pogroms in Oost-Europa in de 19e Eeuw; waar ze op Goede Vrijdag op Jodenjacht gingen, om hun woede te koelen op de Godsmoordenaars? En uiteindelijk de hel van het Derde Rijk? Was dat allemaal ook Gods Oordeel dat over zijn volk kwam? Jaa!!! zei de Kerk; want zij hebben Christus verworpen. Neee!!! zegt God: Word je toch aangevallen, het komt niet van Mij. Valt iemand je aan? Het wordt zijn eigen val. en: elk wapen dat tegen jou wordt gesmeed zal machteloos zijn, en ieder die jou in een geding belastert zal zelf veroordeeld worden. Prachtig hoofdstuk, dat Jesaja 54… Maar waarom is al die rampspoed dan toch nog over het volk Israël gekomen alle eeuwen door? Waarom heeft God het toegelaten? Waar was Hij??? Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?! Jezus was niet de enige die dat riep. Die schreeuw uit Psalm 22, uitgeroepen door Jezus aan het Kruis, is de schreeuw van zijn volk, de eeuwen door! De woorden die klinken uit de keel van de zoon van God, schor geschreeuwd… Aan Jesaja 54 gaat vooraf Jesaja 53, het beroemde hoofdstuk over de knecht van de Heer die plaatsvervangend lijdt. In Jesaja wordt vaak gesproken over de ‘Knecht van de Heer. Over wie gaat dat? Wie is die knecht? De Kerk zegt onmiddellijk: ‘Jezus’. Maar lees even mee: In Jesaja 41 staat: Maar gij, Israël, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken, tot wie Ik zei: Gij zijt mijn knecht, Ik heb u verkoren en u niet versmaad - vrees niet, want Ik ben met u. In Jesaja 44 staat: Maar nu, hoor, o Jakob, mijn knecht, en Israël, die Ik verkoren heb… Denk hieraan, Jakob; Israël, want gij zijt mijn knecht; Ik heb u geformeerd, gij zijt mijn knecht, Israël; gij wordt door Mij niet vergeten. In Jesaja 48 staat: Trekt uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën. Verkondigt het met jubelgeklank, doet dit horen, verbreidt het tot aan het einde der aarde; zegt: De Heer heeft zijn knecht Jakob verlost. En in Jesaja 49: Gij zijt mijn knecht, Israël, in wie Ik Mij zal verheerlijken. Als in al deze teksten uit Jesaja Israël door ‘mijn knecht’ wordt genoemd, wie zou dan Gods knecht zijn in Jesaja 53? De Kerk belijdt Jezus als de ‘eniggeboren Zoon van God’. In Exodus 4 moet Mozes tegen de farao zeggen: “Dit zegt de HEER: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon. Ik heb u bevolen mijn zoon te laten gaan om Mij te vereren, maar dat hebt u geweigerd. Daarom zal Ik uw eerstgeboren zoon doden.” Israël is Gods eerstgeboren zoon. Jezus is Gods eniggeboren Zoon. Even logisch nadenken: Als je iemands eniggeboren zoon bent, ben je dan ook zijn eerstgeboren zoon? Ja natuurlijk, dat kan niet anders: iemands ‘eniggeboren’ zoon en iemands ‘eerstgeboren zoon’ zijn dezelfde. De conclusie moet zijn: Jezus = Israël in eigen persoon. Jezus heeft plaatsvervangend geleden en verlossing gebracht; en voor Israël geldt hetzelfde. Het heeft zwaar geleden onder de verdrukking van zijn vijanden; volk van God zijn brengt een groot lijden met zich mee. De boodschap van het Nieuwe Testament is daarmee in overeenstemming. In Romeinen 11:25-36spreekt de apostel over een ‘geheimenis’, een mysterie: Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen. God Zelf heeft daar de hand in, want daardoor, doordat Israël in meerderheid het Evangelie niet aannam, kon het tot de heidenen gaan! Het heil is uit de Joden. Wij, niet-joden, mochten voorop gaan en Israël werd achteruit gezet. Maar: als de volheid van de heidenen is binnengegaan, als het getal bereikt is van het aantal heidenen dat gered wordt, dan zal God Zich weer tot Israël keren; en aldus zal heel Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden… Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk. Israël is ongehoorzaam geworden en ons is genade geschonken; maar ook over hen zal God Zich weer ontfermen! O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Ten diepste zijn alle vormen van Jodenhaat opstand tegen de God van Israël. Omdat alle mensen opstandelingen tegen God zijn, schiet het zaad van het antisemitisme zo gemakkelijk op. Maar er is een geneesmiddel tegen dit kwaad: ieder mens die zich onderwerpt aan de Joodse Messias Jezus en die gehoorzaam is aan het Woord van God wordt genezen van dit kwaad. Door het lezen, het innemen, van het Woord van God slikt men dagelijks een probaat medicijn; en niet alleen tegen antisemitisme maar tegen bijna alle boosheid van deze wereld. Wat is onze taak? De heidenen (de niet-joden) mogen God verheerlijken vanwege zijn trouw die Hij toont in het herstel van zijn volk Israël, en wij daarbij ingelijfd. In Gods trouw aan Israël worden ook de heidenen gezegend. Al Gods verlosten, de heidenen samen met Israël, zullen de lof aan de Eeuwige aanheffen. En daarvan is de gemeente van Christus, die zich erover verwondert dat de God van Israël Zich ontfermt, ook over verloren zondaren uit de heidenen, de voorhoede.

zaterdag 17 maart 2012

Slotverklaring 'Christ at the Checkpoint' zeer eenzijdig

Bron: Israel Today, Woensdag, 14 Maart 2012

De anti-zionistische Christelijke conferentie heeft een eenzijdige slotverklaring gepubliceerd, zonder overleg met de Messiaanse en pro-Israël sprekers, waar ze tevoren mee pronkten.
Ik ben er zeker van dat de Messiaanse Joden die 'Christ at the Checkpoint' bijwoonden niet zo blij zijn dat hun namen voor altijd verbonden zijn aan het manifest van deze conferentie. Het blijkt dat ze zich er niet van bewust waren dat een dergelijke manifest werd opgesteld; het is ook niet aan de conferentie voorgelegd ter goedkeuring door de afgevaardigden.

Vandaar dat het de afgevaardigden geraakt heeft, geassocieerd te worden met deze zeer eenzijdige verklaring die de vervangingstheologie bevordert en hun delegitimeren van Israël rechtvaardigt, ongeacht wat er tijdens deze conferentie werd gezegd. Velen zullen waarschijnlijk blij zijn omdat de verklaring het vooroordeel bevestigt waarmee zij de conferentie bijwoonden.
Het is echter een duidelijke geringschatting van de sprekers Wayne Hilsden, Richard Harvey en Evan Thomas.

Waarom noemen ze het een Manifest en niet een normale Slotverklaring? Denken of willen ze dat het een monument wordt, zoals het Communistisch Manifest? Waarschijnlijk omdat ze te lui of te dictatoriaal waren om het in de conferentie in stemming te brengen, zodat het daadwerkelijk een slotverklaring zou zijn.

Wat denken Harvey, Thomas en Hilsden over punt 3 van het manifest? Ik betwijfel ten zeerste dat ze het ermee eens zijn. Het is in feite duidelijk dat Sizer de hand heeft in dit manifest, omdat het profiteert van het grote gebaar van goodwill van deze drie sprekers, om een conferentie bij te wonen met een dubieuze anti-Israël- en vervangingsleer-reputatie.
3 Raciale etniciteit alleen is geen garantie van de voordelen van het verbond met Abraham.
Punt 3 is zuivere vervangingstheologie, hetgeen impliceert dat Joden die niet geloven in Jezus niet langer deel hebben aan Gods verbond met Abraham (Genesis 12-17). Protesten tijdens de conferentie, dat CatC geen bijeenkomst is van vervangingstheologie, is onzin in het licht van dit punt.

Punt 10 van het manifest hinkt op twee gedachten: 10 Elk bestrijden van de onrechtvaardigheden die plaatsvinden in het Heilige Land moet worden gedaan in christelijke liefde. Kritiek op Israël en de bezetting mag niet worden verward met anti-semitisme en de delegitimatie van de Staat Israël.
Daarom beweren zij, dat omdat ze Israël aanvallen met een glimlach op hun gezicht, met zoete tonen en zorgvuldig gekozen opruiende woorden, het op een of andere manier automatisch niet antisemitisch is!

Punt 11 is een poging om CatC 2012 baanbrekend te laten lijken, terwijl in feite Messiaanse Joden in Israël jarenlang relaties hebben, gemeenten bezoeken, gezamenlijke conferenties houden, en buitenlandse sprekers delen met Palestijnse Christelijke gemeenten.

Hier volgt het CatC Manifest en zijn auteurs. Het enige wat ik te zeggen heb tot de leden van de Messiaanse gemeenschap die de conferentie bijwoonden en er spraken is dit: er is met jullie gespeeld!

De organisatoren van de conferentie waren John Hoek, Alex Awad, Bishara Awad, Sami Awad, Steve Haas, Munther Isaac, Yohanna Katanacho, Manfred Kohl, Salim Munayer, Jack Sara en Stephen Sizer.

Het Christ at the Checkpoint Manifest:
1. Het Koninkrijk van God is gekomen. Evangelischen moeten de profetische rol terugvorderen door het brengen van vrede, rechtvaardigheid en verzoening in Palestina en Israël.
2. Verzoening erkent Gods beeld in elkaar.
3. Raciale etniciteit alleen is geen garantie van de voordelen van het verbond met Abraham.
4. De kerk in het heilige land heeft getuigd van Christus sinds de dagen van Pinksteren. Hij moet de kracht krijgen om voortdurend licht en zout in de regio te zijn, als er hoop zal zijn temidden van het conflict.
5. Een exclusieve aanspraak op land van de Bijbel in de naam van God is niet in overeenstemming met de leer van de Schrift.
6. Alle vormen van geweld moeten ondubbelzinnig worden afgewezen.
7. Palestijnse Christenen moeten de mogelijkheid tot zelfkritiek niet verliezen als ze profetisch willen blijven.
8. Er gebeuren echte onrechtvaardigheden in de Palestijnse gebieden en het lijden van het Palestijnse volk kan niet langer worden genegeerd. Elke oplossing moet de redelijkheid en rechten van Israël en Palestijnse gemeenschappen respecteren.
9. Voor de Palestijnse christenen is de bezetting het kernpunt van het conflict.
10. Elk bestrijden van de onrechtvaardigheden die plaatsvinden in het Heilige Land moet worden gedaan in christelijke liefde. Kritiek op Israël en de bezetting mag niet worden verward met anti-semitisme en de delegitimatie van de Staat Israël.
11. De respectvolle dialoog tussen Palestijnse en Messiaanse gelovigen moet worden voortgezet. Hoewel we van mening kunnen verschillen over theologische bijzaken, hebben het Evangelie van Jezus en zijn ethische leer voorrang.
12. Christenen moeten de mondiale context van de opkomst van de extremistische Islam begrijpen. Wij bestrijden stereotypering van alle vormen van geloof die ontrouw worden aan Gods gebod om onze buren en vijanden lief te hebben.

donderdag 8 maart 2012

Daarom bestaat het Bethlehem Checkpoint

De grote, imposante betonnen barrière tussen Jeruzalem en Bethlehem is het belangrijkste twistpunt bij de conferentie Christ at the Checkpoint, maar men negeert de werkelijke reden waarom deze werd gebouwd.
Het bijwonen van de conferentie Christ at the Checkpoint deze week bood me de kans om het checkpoint te passeren, dat nu Bethlehem van Jeruzalem scheidt .

Het is inderdaad een indrukwekkend, intimiderend en zelfs deprimerend bouwsel. Het passeren is nu erg ongemakkelijk, in vergelijking met hoe gemakkelijk het tien jaar geleden was om van Jeruzalem naar Bethlehem, en omgekeerd, te reizen. Ik kan zelfs begrijpen waarom veel Palestijnen 'beledigd' zijn door de grote grijze muur. En ik kan meevoelen met degenen, van wie de enige misdaad is dat ze geboren zijn als Palestijn, maar toch zulke ontberingen moeten doorstaan.

Maar weet u wat er nog meer deprimerend, ongemakkelijk en beledigend is? Opgeblazen worden tijdens een busrit.

Het Bethlehemse deel van de veiligheidsmuur, veruit het grootste en meest intimiderende deel, is een groot geschilpunt bij Christ at the Checkpoint. Het wordt gepresenteerd als een belichaming van Israëls wrede onderdrukking, die wordt uitgevoerd met hulp van Christelijk-Zionistische steun. Maar ze laten slechts één kant zien.

De mensen die de aanwezigheid van de veiligheidsmuur verketteren hebben tot nu toe niet genoemd dat er een reden was voor de bouw. Het lijkt of ze iedereen willen laten geloven, dat Israël eigenmachtig deze barrière heeft opgericht als middel om de Palestijnen sadistisch te onderdrukken.

De realiteit is dat voordat het veiligheidshek barrière werd gebouwd, met name het deel dat Bethlehem scheidt van Jeruzalem, er veel angst heerste. Ik wist nooit of de volgende busrit van mijn vrouw, van haar werk naar huis, haar laatste zou zijn, of dat het café of de pizzeria waar we gingen zitten, die week zou worden gekozen voor een zelfmoordaanslag (ja, dat gebeurde soms wekelijks).

Nu ik vier jonge kinderen thuis heb, denk ik dat ik nog veel banger zou zijn als die aanvallen met dezelfde frequentie gebeurden.

Dus, hoewel we invoelend, begripvol en mededogend kunnen en moeten zijn, kan ik me voorstellen dat de meerderheid van de Israëli's, net als ik, niet bereid zijn om hun excuses aan te bieden voor iets dat er voor zorgt dat ze weer met de bus kunnen rijden en koffie drinken, zonder vrees aan flarden te worden geblazen, zelfs al is het ongemakkelijk en een belediging voor de Palestijnen.

Het is tijd om de schuld daar neer te leggen waar die echt thuishoort.

Ryan Jones op www.israeltoday.nl

dinsdag 14 februari 2012

“Profeten die leugens profeteren in Mijn Naam”

"Christelijk Palestinianisme en de anti-Israël kruistocht"

Britse predikant Paul Wilkinson ontmaskert de ketterij van de Palestijnse bevrijdingstheologie
Zeer lezenswaardig!

http://www.verhoevenmarc.be/PDF/PaulWilkinson-ProfetenDieLeugensProfeterenInMijnNaam.pdf

zondag 8 januari 2012

Juicht voor de koning van de Joden

Juicht voor de koning van de Joden,
buigt voor geen dove wereldmacht,
knielt voor de knecht die Gods geboden
beluisterd heeft en wel geacht.
Drie vreemden zochten Hem van verre,
Herodes hebben zij bespot,
met goud, met wierook en met mirre
aanbaden zij de Zoon van God.

Hij daalt ootmoedig in het water,
de vogel Geest komt aangesneld,
God heeft in Hem zijn welbehagen
en alle zaligheid gesteld:
tegen de stroom staat Hij ten teken,
hier wordt des levens loop gewend,
het blinde lot gestuwd tot zegen,
wij zijn tot in de dood gekend.

In Kana was de gloed geweken,
het vuur bedolven onder as;
toen zei de vlam in ieders beker
wie er de ware wijnstok was;
laat het nu uit de kruiken stromen,
de vreugde ga van mond tot mond,
omdat Hij, in zijn uur gekomen,
de aarde aan zijn zijde vond!

Juicht voor de koning van de volken,
buigt voor zijn opperheerschappij,
zingt halleluja! Uit de wolken
komt ons zijn heerlijkheid nabij.
Bouwt dan ootmoedig aan de aarde,
legt vrede in elkanders hand:
Hij die de beste wijn bewaarde
roept ons ter bruiloft in zijn land!

Tom Naastepad (1921 - 1996)

(Gezang 166, Liedboek voor de Kerken)