Een Bijbelse kijk op Israël

woensdag 29 september 2010

Een eeuwig verbond

God sluit een verbond met mensen, dat kom je op veel plaatsen in de Bijbel tegen: met de hele schepping, met Noach, met Abraham, met een heel volk in de tijd van Mozes. - Ook met ons???
In de gereformeerde traditie zeggen we, dat je door de Doop in het Verbond wordt opgenomen. Klopt dat wel met de Bijbel? We zeggen intussen niet meer zo maar, dat de Doop in plaats van de besnijdenis is gekomen (en de Kerk dus logischerwijs in de plaats van Israël).
Maar wat dan wel?

Wat is dat nu precies: een “verbond”?
Een verbond is een contract tussen twee partijen. Mensen konden destijds een verbond sluiten met elkaar. Dat kan vandaag de dag in feite nog net zo: Bepaalde afspraken kunnen worden vastgelegd bij de notaris, waaraan beide partijen zich hebben te houden (waaraan beide partijen zich natuurlijk ook willen houden!). Een zakelijke overeenkomst bijvoorbeeld. En ook het huwelijk is een verbond.
Met het zich houden aan de afspraken, staat of valt een verbond, dat zal duidelijk zijn. Als een van beide partijen zich er niet aan houdt, wordt het verbond verbroken.
Net zoals mensen een verbond kunnen sluiten met elkaar, sluit ook God een verbond met mensen. Maar er is wel een belangrijk verschil! Letterlijk zegt God tegen Abram: ‘Ik geef mijn verbond tussen Mij en jou.’ Het Verbond is een geschenk van God.
Gods belofte aan Abram luidt: ‘Ik zal voor jou en je nageslacht een God zijn.’ Daarom wordt hij ‘vader van alle gelovigen’. Geestelijke nakomelingen van Abraham zijn al degenen die, net als Abraham, de weg gaan die God wijst. En als later op de berg Sinaï het Verbond met Israël vernieuwd wordt, luiden de eerste woorden die God spreekt: ‘Ik ben de Eeuwige, jouw God.’

Telkens weer blijken mènsen onbetrouwbare verbondspartners te zijn; zíj verbreken het verbond.
Aan God heeft het nooit gelegen; die geeft het niet snel op. Als zijn partners in het verbond ontrouw worden, zet Hij alles op alles om ze terug te winnen, om het verbond in stand te houden. Groot is zijn geduld.
We horen in het boek dat de naam draagt van de profeet Jeremia over een Nieuw Verbond: "De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt de Eeuwige. Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de Eeuwige: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de Eeuwige kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt de Eeuwige. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan." (Jer. 31:31-34)
Deze woorden van de profeet Jeremia zijn de in het Nieuwe Testament vaakst aangehaalde woorden uit het Oude Testament.

In de Brief aan de Hebreeën worden de overeenkomsten en verschillen tussen het Oude en het Nieuwe Verbond uiteengezet. Er zijn trouwens meer overeenkomsten dan verschillen:
- Wie zijn de verbondspartners? – Het volk van God: Israël en Juda.
- Waarom wordt dit verbond gesloten? – Vanwege de relatie met God; vergeving van zonden
- Wat is de inhoud van dit verbond? – De Tora.
Maar wat is er dan nieuw????

Dat probeert de schrijver van Hebreeën uit te leggen. Een en ander loopt uit op de stelling: Jezus is net de Hogepriester die wij nodig hadden! Hij maakt het verschil.
Dat zijn verbondspartners niet trouw zijn aan zijn Verbond, daar betaalt HIJ de prijs voor!
In Jezus sluit Hij eens en voor al een nieuw verbond en bezegelt dat met zijn eigen bloed: Hij wordt Zelf mens en sterft voor ons. Dat is Evangelie, Goed Nieuws.
De profeet Jeremia heeft het Nieuwe Verbond zoals gezegd al aangekondigd, vijf eeuwen vóór de komst van de Messias. In het oude verbond wordt het nieuwe al aangekondigd!
En wat is er nu echt nieuw aan: Dat de verbondspartners nieuwe mensen worden; die het niet meer nodig hebben om voortdurend op God gewezen te worden, aangezien ‘wandelen met God’ is hun tweede natuur geworden!

God sloot een verbond met de hele schepping, in de tijd van Noach. God sloot een verbond met Abraham en zijn nageslacht. Op de berg Sinaï met een heel volk – zo wijst Hij een Weg ten leven. In Jezus de Messias wordt het verbond uitgebreid tot alle volken. En ook dat is altijd al de bedoeling geweest van de God van Israël, dat via zijn volk het heil over de hele wereld zou gaan; dat Israël een licht zou zijn voor de heidenen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten