Een Bijbelse kijk op Israël

woensdag 2 juli 2014

Rouw in Israël

bart repko op neverbesilent.org

Het bericht van de koelbloedige moord op de drie Joodse Jeshiva studenten Naftali Fraenkel, Gil-ad Shaer en Eyal Yifrah kwam in Israël aan als een mokerslag. Achttien dagen leefde de bevolking tussen hoop en vrees. De gijzeling van deze drie Joodse kinderen leidde tot een nationale, collectieve verbondenheid die zijn weerga niet kende. Overal ontstonden spontane gebedsbijeenkomsten. Op straat, op pleinen, in de Knesset, bij de Kotel, in de synagogen. Zelfs journalisten sloten hun redactionele artikelen af met een oproep tot gebed.

Misschien redeneer je: maar Israël heeft toch al zo lang te maken met zelfmoordterreur? De Joden hebben toch al zo vaak hun doden moeten betreuren? Klopt, maar het heeft er alle schijn van dat juist nu, na de door de Amerikaanse minister John Kerry geforceerde inspanningen om tot een vergelijk te komen met de Palestijnse buren opnieuw zijn mislukt, de maat vol is. Deze stompzinnige moord op drie Joodse zonen lijkt de druppel te vormen die de overvolle schaal van collectief lijden doet overstromen. Er lijkt een grens te zijn overschreden.Israël is er kapot van. (Ezech. 37:11)

Hoewel Machmoed Abbas, de leider van de Pa/Hamas regering aarzelend zijn afkeuring uitsprak werd deze terroristische daad door de Palestijnse bevolking luidkeels bejubeld. Snoepjes werden uitgedeeld en er werd gedanst in Palestijnse straten. Hoe bestaat het dat volwassen mensen een moord op kinderen kunnen bejubelen? Opnieuw een pijnlijk voorbeeld van de verwrongen, verachtelijke – islamitische – mentaliteit van de door ons westen zo gekoesterde Palestijnen. Tijdens een TV interview met de moeder van een van de verdachten sprak zij haar steun en vreugde uit: ‘Als mijn zoon werkelijk een van de daders is, dan zal ik tot mijn laatste dag trots op hem zijn.’ Hoe kun je ooit tot vrede komen met een volk dat moord op kinderen tot ultieme moedertrots verheft.

Van Golda Meïr stamt de uitspraak: ‘Er zal geen vrede zijn in het Midden-Oosten totdat de Arabieren meer van hun kinderen houden dan ze Joden haten.’

Haat

Ik kwam twee berichten uit Nederland tegen waar de Israël correspondent concludeerde dat de Joodse haat richting de Palestijnen door deze moord tot ongekende hoogte is gestegen. Wat sloeg deze Nederlandse journalist de plank mis. Het was juist opvallend dat tijdens deze afschuwelijke periode het woord haat nooit werd genoemd! Zeker, het Israëlische volk is woedend, laaiend, wanhopig en verdrietig tot op het bot, maar haat ontbreekt in deze opsomming van emotionele gevoelens. Het probleem is juist dat deze ongerijmde haat de bron is bij de Palestijnse vijanden van Israël. Gek moeten we daar niet van opkijken. Al in de profeten wordt de lezer daar op gewezen: ‘…Je hebt de Israëlieten altijd gehaat, je hebt ze uitgeleverd aan het zwaard toen het onheil hen trof, toen er met hen werd afgerekend.’ (Ezechiël 35:5)

Islamitische vijanden van Israël verhogen de dood tot ultieme uitverkiezing terwijl voor elke Jood het leven wordt gekoesterd als hoogste waarde. De bron van deze uitersten moet gezocht worden in de geestelijke wereld. De God van Abraham, Isaak en Jakob is de schepper van het Leven. Allah, de afgod van de vijanden van Israël (en van alle niet moslims) is de promotor van dood en vernietiging. In werkelijkheid is het conflict in het Midden-Oosten een geestelijk conflict. Het is de definitieve strijd op leven en dood. Het is niet onverklaarbaar dat de politiek en maatschappelijke organisaties daar geen oog voor hebben, maar gelovigen die zich onderwerpen aan Gods woord zouden wel degelijk op de hoogte moeten zijn van deze werkelijkheid.

Israël werd door God uitgekozen om hier, op deze gebroken aarde, Gods honneurs waar te nemen. (Deut. 7:6 e.v.) Dat is geen gemakkelijke opgave. Israël liep weg voor deze uitverkoren positie, maar dat betekent niet dat daarmee Israëls unieke rol is uitgespeeld. God loopt niet weg van zijn verbond met zijn volk. De eeuwenlange afkeer en haat jegens Israël moet verklaard worden vanuit deze uitverkiezing.

Israël zal ten slotte volkomen alleen komen te staan. De familie der volken zal zich tegen dit kleine volk keren. Op een dag – en zo lang zal deze dag niet meer op zich laten wachten – zal de God van Israël opstaan en het opnemen voor zijn lievelingsvolk. De wereld zal versteld staan! :‘De volken zullen het zien en beschaamd staan, beroofd van hun kracht, doof en met de hand op de mond. Ze zullen stof likken als een slang, als dieren die kronkelen over de grond. Sidderend zullen ze uit hun burchten komen, ontzag voor de HEER, onze God. Ze zullen u vrezen! (Micha 7:16,17)

Israël zal ten slotte terugkeren tot God en haar priestertaak vervullen. (Exodus 19:6)

Wat gaat er nu gebeuren? Hoe zal Israël reageren op deze bloedige moord? De regering is speciaal bijeengeroepen om passende maatregelen te treffen. De meningen zijn verdeeld. Tot nog toe houdt Israël rekening met de mening van de westerse mogendheden. Israël wil hen niet voor het hoofd stoten. Maar ook deze neerbuigende houding zal niet lang meer worden ingenomen. Binnenkort ontkomt Israël er niet aan om klip en klaar te verklaren dat de Palestijnen geen vredespartner zijn. Palestijnen willen geen tweestaten oplossing. Palestijnen willen maar één ding: de vernietiging van de Joodse staat binnen hun ‘kalifaat’. Palestijnen zullen pas tevreden zijn met de volledige toe-eigening van het beloofde land. Palestijnen zijn geen vredespartners, Palestijnen zijn de aartsvijanden van Israël.

Met vijanden ga je anders om. Vijanden zullen bestreden moeten worden.

Wachters proclameren dagelijks woorden van bescherming en herstel vanaf de muren van Jeruzalem. Daar blijft het niet bij: wachters proclameren ook dagelijks Gods woorden van overwinning op de vijanden van Israël. God beschouwt vijanden van Israël als zijn eigen vijanden. Wie aan zijn geliefde volk komt, komt aan Hem!

Ik weet het, in veel kerken en gemeenten wordt trouw gebeden voor deze vijanden van Israël. Wachters doen daar niet aan mee! Het is de hoogste tijd dat gelovigen zich realiseren dat zich een hevige strijd afspeelt in de hemelse gewesten. Een strijd van leven op dood. Geen strijd tegen vlees en bloed, maar een oorlog tegen de machten en overheden in de onzienlijke wereld. (Efe. 6:12)

Ik daag je uit om ernst te maken met jouw positie als gelovige in deze wereld. Blijf je keurig op je handen zitten of kom je tevoorschijn? De hoogste tijd om te ontwaken uit je religieuze mensenrechten droom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten